Weerlichten(1925)–Marie Cremers– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 22] [p. 22] Wilde Bloemen. O, zeg niet dat de wilde bloemen moeten wijken voor fijner soorten door kultuur gebracht! Ik heb ze lief want zij zijn mijn gelijken: zij zijn zoo frisch, zoo zonder praal of pracht. Ik kan genieten in gekweekte tuinen, maar laat mij liever 't ruime open veld! Geef mij den geur van hei en zilte duinen. waar vrijheid waait en waar geen band mij knelt. De wijde wereld geef mij! Altijd andre wegen met wouden, stroomen, ongekunsteld-vrij, ja, mij den open weg met zon en regen. Bewaar ièts wilds voor mij. Vorige Volgende