Winter(1911)–Rie Cramer– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 12] [p. 12] [pagina 13] [p. 13] [In mijn rieten stoeltje heel dicht bij het vuur] In mijn rieten stoeltje heel dicht bij het vuur Zit ik met mijn eigen klein meisje, De lamp is aan, de gordijnen zijn dicht, Het water zingt zachtjes een wijsje. Wat is 't nu stil en zoo knusjes en warm, Mijn popje kruipt dicht bij haar maatje; Ik hou haar maar stilletjes vast in m'n arm, Wij hebben geen zin in een praatje. Vorige Volgende