Juli, hooimaand(1938)–Rie Cramer– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 10] [p. 10] De bromvlieg Tegen het raam botst een dikke brommer. ‘Laat me er uit!’ Hij bonkt - en hij ronkt - En hij doet al maar dommer! Vlak naast de ruit Staat het venster aan, Daardoor kan hij zo maar naar buiten gaan! Maar dat ziet Hij niet - En hij zwirt tegen 't glas, En hij denkt - ‘ik wou Dat ik wist, wat dat was...! De lucht is blauw... Dat zie ik..., alleen... Ik kan er niet heen Zoals ik dat wou!’ O, wat ben je dom Met al je lawaai! Ik help je wel - kom Zó - met een zwaai Doe ik je buiten, (Wil je...? Of niet?) In zonneschijn, Weg van die ruiten, Die je niet ziet, Maar die er toch zijn. [pagina 11] [p. 11] Vorige Volgende