Hans wou niet naar school toe gaan
(1937)–Rie Cramer–
Auteursrecht onbekend
[pagina 2]
| |
[pagina 3]
| |
Hans wou niet naar school toe gaan,
Met zijn gelapte broekje aan.
Zijn moeder zei:
‘Kijk naar de klok!
Als je te laat bent
Komt de stok,
Om je te slaan!
Zul je nu gaan?’
‘Nee!’ zei Hans.
 | |
[pagina 4]
| |
Toen ging ze naar de stok.
‘Stok wil je Hansje slaan?
Hans wil niet naar school toe gaan,
Met zijn gelapte broekje aan.’
‘Nee!’ zei de stok.
 | |
[pagina 5]
| |
Toen ging ze naar het vuur.
‘Vuur, wil je stok gaan branden?
Stok wil Hans niet slaan,
Hans wil niet naar school toe gaan,
Met zijn gelapte broekje aan.’
‘Nee!’ zei het vuur.
 | |
[pagina 6]
| |
Toen ging ze naar het water.
‘Water, wil je 't vuur gaan blussen,
Vuur wil stok niet branden,
Stok wil Hans niet slaan,
Hans wil niet naar school toe gaan,
Met zijn gelapte broekje aan.’
‘Nee!’ zei het water.
 | |
[pagina 7]
| |
Toen ging ze naar de hond.
‘Hond, wil je water drinken?
Water wil vuur niet blussen,
Vuur wil stok niet branden,
Stok wil Hans niet slaan,
Hans wil niet naar school toe gaan,
Met zijn gelapte broekje aan.’
‘Nee!’ zei de hond.
 | |
[pagina 8]
| |
Toen ging ze naar de zweep.
‘Zweep wil jij hond slaan?
Hond wil geen water drinken,
Water wil vuur niet blussen,
Vuur wil stok niet branden,
Stok wil Hans niet slaan,
Hans wil niet naar school toe gaan,
Met zijn gelapte broekje aan.’
‘Nee!’ zei de zweep.
 | |
[pagina 9]
| |
Toen ging ze naar de muis.
‘Muis wil je 't zweeptouw knagen,
Zweep wil hond niet slaan,
Hond wil geen water drinken,
Water wil vuur niet blussen,
Vuur wil stok niet branden,
Stok wil Hans niet slaan,
Hans wil niet naar school toe gaan,
Met zijn gelapte broekje aan.’
‘Nee!’ zei de muis.
 | |
[pagina 10]
| |
Toen ging ze naar de kat.
‘Kat wil jij 't muisje vangen?
Muis wil zweep niet knagen,
Zweep wil hond niet slaan,
Hond wil geen water drinken,
Water wil vuur niet blussen,
Vuur wil stok niet branden,
Stok wil Hans niet slaan,
Hans wil niet naar school toe gaan,
Met zijn gelapte broekje aan.’
‘Ja!’ zei de kat.
 | |
[pagina 11]
| |
De kat sprong naar de muis.
 | |
[pagina 12]
| |
De muis liep om de zweep te knagen,
De zweep liep om de hond te slaan.
 | |
[pagina 13]
| |
De hond ging gauw het water drinken,
't Water liep om 't vuur te blussen.
 | |
[pagina 14]
| |
't Vuur liep om de stok te branden,
En de stok wou Hans gaan slaan!
 | |
[pagina 15]
| |
Toen wou Hans wél naar school toe gaan,
Met zijn gelapte broekje aan -
En hij liep -
en hij liep -
en hij liep -
over straat....
En hij was nét nog niet te laat!
 | |
[pagina 16]
| |
 |
|
