Een handvol gedichtjes voor brave kinderen(1857)–Johanna Desideria Courtmans-Berchmans– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 32] [p. 32] 13. Emile aan zijne viool. O, ik min u, mijn viooltje, Want uw stemme is zoo zoet; Mogte ik, 'k droeg u mêe ter schole Zoo als onze meester doet; En bij 't zingen van de koren Speelde meester nooit alleen, Ook uw stemme zou men hooren Want wij speelden ons getween. Vedel, 'k zal u goed bewaren, Rust daar zachtjes in uw zak, Want brak een van uwe snaren 't Waar mij of mijn hartje brak. Vorige Volgende