begeleiding. De herinneringen aan de Korinthische mythe - Sisyfos, sluw en kundig, aan Hermes gelijk; Medeia, die de Argonauten redde; Bellerofon, die Pegasos, het ros met de zilveren vleugels, het bit dwong in den onwilligen mond - verbreedden den vlucht der Ode over het Heden heen van Xenofons hulde naar de onvergetelijke dingen van het eeuwige Verleden... Maar het Heden zoû het Verleden worden: Xenofons zege zoû hem en Korinthe de onsterfelijkheid geven van nieuwen, jeugdigen roem...
O, Koning der goden, Zeus!
Den levensbaan loopen met lichten tred,
Als de overwinnaar liep den loopbaan,
De Maat, de heilige Maat,
Tusschen de goudene gunsten van hun Geluk!
Des zangers stem verklonk, helder schallend in het helle licht van de huldenacht en de klaterende akkoorden volgden elkander aan het slot op of een handvol starren, zilver en stralend, neêr vielen uit de manelucht over Olympia. Allen rezen, de duizenden rezen, er steeg nu een éénstemmig, plechtig gejuig en allen, de hand geheven tot huldiging, zagen Pindaros, de trede afdalen van zijn dichtertroon en in zijn armen ontvangen en omhelzen den Oligethide, den overwinnaar, Xenofon van Korinthe...