Brieven van Louis Couperus aan zijn uitgever
(1977)–Louis Couperus– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 46]
| |
Bandontwerp door L.W.R. Wenckebach voor Een Lent van Vaerzen, 2e druk.
| |
[pagina 47]
| |
IV. Januari 1893-april 1894 (Brief 42-80)Couperus heeft met zijn vrouw slechts ruim een jaar in Villa ‘Minta’ te Hilversum gewoond. Het jaar 1892 laat ons niet veel zien van nieuwe plannen; in de brieven houdt hij zich hoofdzakelijk bezig met de uitgave van wat al geschreven was. Volgens Van Booven werkte hij toen echter al aan de compositie van Majesteit.Ga naar voetnoot42 Dikwijls ging hij naar Baarn, waar Minta Baud met haar moeder in Villa ‘Mon Repos’ verbleef. In Mei van dat jaar is hij te Brussel. Plannen voor een reis naar Italië worden doorkruist door de ziekte van zijn moeder in het najaar. In November beleeft hij de opvoering van Noodlot, in de toneelbewerking van zijn vriend Gerrit Jäger, die niet meer dan een succès d'estime heeft. Het boek zelf verschijnt in de Duitse vertaling van Dr. P. Raché. Gedurende November-December logeert het echtpaar in de Celebesstraat 78. In de loop van Januari 1893 zal het tweetal echter toch naar Italië vertrekken. Veen verzorgt intussen de eerste herdruk van Een Lent van Vaerzen. Hierdoor aangemoedigd, biedt Couperus hem (brief 42) nog vóór zijn vertrek een nieuwe bundel aan, samengesteld uit allerlei in voorafgaande jaren verspreid gepubliceerde gedichten: Vroegere Verzen, in 1895 te verschijnen als Williswinde. Daarna reist hij met zijn vrouw naar Florence. Spoedig wordt hij echter al weer naar Den Haag teruggeroepen, waar hij zijn moeder helaas niet meer in leven aantreft. Zij is op 15 Februari 1893 gestorven en wordt op 18 Februari begraven aan de Kerkhoflaan. Wonderlijk snel herstelt Couperus zich van de slag: in dezelfde maand zet hij zich aan het schrijven van Majesteit, de Italiaanse plannen worden voorlopig opzij geschoven, hij blijft bij zijn vader in de Surinamestraat 20 en denkt erover in het voorjaar naar Baarn te gaan. Inderdaad is hij daar sinds begin Mei. Majesteit is dan blijkbaar al in een vergevorderd stadium. Couperus denkt reeds aan illustraties door P. de Josselin de Jong (die ze niet zal maken; W.F.A.I. Vaarzon Morel zal de roman later verluchten).Ga naar voetnoot43 Uit de Villa Mon Repos aan de Amalialaan worden ook de onderhandelingen gevoerd over de vertaling van George Moore's Vain Fortune, die IJdel Geld zal heten. De toon van de brieven is koel-zakelijk, Couperus is enigszins beledigd dat Veen geen vertaalde sprookjes wil uitgeven. Over Majesteit, dat van Juli tot September in De Gids verschijnt, schort hij zijn plannen op, maar niet voor lange tijd: op 26 Juni vraagt hij Veen de ronde som van f. 1500,- voor de eerste druk. De uitgave van IJdel Geld wordt steeds uitgesteld, omdat uitgever en vertaler(s!) het over de prijs niet eens kunnen worden. In Juli kondigt Couperus aan, dat hij ‘naar menschelijke berekening voor zeer lang naar het buitenland’ gaat. Eind | |
[pagina 48]
| |
September is het zo ver. Via Bex - niet ver van Montreux - reist het echtpaar naar Florence, waar zij in October hun intrek nemen in het ook later dikwijls te frequenteren pension Rochat in het Palazzo Niccolini (Via dei Fossi 16). Half November arriveert daar de eerste druk van Majesteit, door Couperus zeer kritisch bekeken: ... ‘laat mij voortaan een woordje meêspreken, waar het den band aangaat ...’! - Maar een maand later prijst hij de uitvoering van Majesteit aan voor n.b. een herdruk van Extaze. December 1893 wordt in Rome doorgebracht, in Hôtel du Sud, Via Lombardia, en ook in Januari 1894 treffen wij hem daar nog aan. Intussen zet hij zijn reisindrukken op papier, die later als Reisimpressies in boekvorm zullen verschijnen. Uit Rome zendt hij Veen zijn familiewapen (brief 74). De Schotse oorsprong van zijn familie is sinds enige jaren helaas definitief naar het rijk der fabelen verwezen. Daarover kort het volgende.Ga naar voetnoot44 De geschiedenis van het geslacht Couperus is behandeld in 3 geschriften. In 1908 gaf W. Wijnaendts van Resandt de eerste versie uit, die ten dele teruggaat op naspeuringen van Couperus' vader (gest. 1902). Dezelfde schrijver vatte dit onderwerp in 1953 nog eens op. Recent, in 1962, keerde E. Huisman zich tegen de familiemythe, volgens welke de stamvader de Schotse, uit Edinburgh afkomstige predikant John Couper (Cowper) zou zijn. Deze Schot zou de vader moeten zijn geweest van de Fries Jan Jansen Cuijper, en deze op zijn beurt weer de vader van Ds. Dirk Janssen Couperus. Van deze laatste stamt de familie in elk geval wèl af, maar diens vader en grootvader blijven constructies. De Schot John Couper (Cowper) zou onder de naam van Johannes Johannes in 1580 voor het eerst de gereformeerde leer verkondigd hebben te Burgwerd. Juist is, dat Johannes Johannes als zoon Jan Jansen Cuijper gehad kan hebben; vrijwel onmogelijk is echter, dat Johannes Johannes en de Schot John Couper (Cowper) één en dezelfde persoon waren. Jan Jansen Cuijper werd ong. 1590/95 geboren; zijn vermeende vader John Couper (Cowper) was van 1587-1603 predikant te Glasgow. Ook als John Couper (Cowper) vóór 1587 evangelist in Friesland geweest zou zijn, dan nog staat zijn identiciteit met Johannes Johannes geenszins vast, integendeel. De oudste zekere stamvader van het geslacht Couperus blijft daarmee Jan Jansen Cuijper, geboren te Bolsward, wonende te Sneek en meesterkuiper van beroep. De predikantenzonen verlatijnsten deze naam tot Cuyperus, Cuperus, Couperus. Ook het wapen wijst daarop. Een duif met een olijftakje is een typisch predikantenwapen, dat door verscheidene domineesfamilies gevoerd is. De kuipershamer als helmteken is een herinnering aan het beroep van de stamvader. Wat de wapenspreuk Tuum est betreft, deze is vermoedelijk overgenomen van een Engels adel- | |
[pagina 49]
| |
lijk geslacht Cowper uit Kent, dat deze spreuk voerde, maar bij een totaal ander wapen. Deze ‘overname’ (!) is waarschijnlijk in de 19e eeuw geschied. Mogelijk heeft Couperus' genealogisch geïnteresseerde vader John Ricus daarvoor de verantwoordelijkheid op zich genomen. In Februari is Couperus in Napels, vanwaar hij naar Corfou en Athene reist. Via Rome, Florence en Venetië keert hij dan in April 1894 weer naar het noorden terug: te Brussel stelt hij de titel van zijn verzamelde reisschetsen vast. Vlak voor zijn terugkeer in Baarn meldt hij, eveneens uit Brussel, dat hij het motief van een nieuwe roman ‘caresseert’, die Metamorfoze zal heten. | |
42Den Haag.
Waarde Heer. Hierbij het overige van Dorian Gray. Mag ik U verzoeken alles in eerste proef nog deze maand te laten drukken; ik ga, hoop ik, 1e Febr. (misschien ook een paar dagen vroeger) op reis en zoû dan de nog niet nageziene proeven kunnen medenemen. Wij hebben elkaâr dan alleen de revizie over en weêr te zenden. Ik weet niet of ik deze maand veel van de proeven zal nazien, ik heb het druk en de proeven nemen veel tijd in beslag. Zijn er van Illuzie nog andere kritieken verschenen dan in de Gids?
Steeds Uw dw. L.C.
Uw brief ontvangen. Houd de primeur van het portret voor U en zend het s.v.p. daarna aan Nederland. Van Lent v. Vaerzen heb ik aan 1 ex. voor mijzelven genoeg. Zoo U pleizier heeft in mijne poëzie, zoû ik U nog een aardigen bundel kunnen formeeren: wat zoû U hiervan denken? Bestaande uit: 1. Een Fragment in Nederland (wat Weemoed zoû kunnen genoemd worden): het staat in het zelfde nummer als: Mijn kunst is als een klaar geslepen kelk. 2. Viviane en 3. Williswinde, twee gedichten uit Nederland. 4. Ginevra en 5. Semiramis, twee gedichten uit Gouverneurs Onze Huisvriend.Ga naar voetnoot45 5. Fragment uit Johannes' Apocalyps, in Zingende Vogels.Ga naar voetnoot46 | |
[pagina 50]
| |
Ik zoû echter de gedichten moeten zien op te duiken, want ik heb ze niet: mijn boeken en meubelen zijn opgeborgen. Ook de proeven zoû ik aan U overlaten, want ik heb heusch geen tijd. Ik zoû er een kort woordje vóor willen schrijven en ze noemen: Vroegere Verzen.- Voor ƒ 200,- de eerste editie; en bv. ƒ 100,- voor volgenden. Heeft U er pleizier in?
Steeds Uw dw. L.C.
Ik denk, dat het wel een bundel als Orchideeën zoû worden. - | |
4378 Celebesstraat.
Geachte Heer. Zoû U zoo goed willen zijn het hierbij aangegeven boek voor mijne vrouw te willen aanteekenen,Ga naar voetnoot47 die het gaarne vertalen zoû. Hoorde U nog iets van Fantasia?
Steeds Uw dw. Louis Couperus. | |
44Den Haag.
Waarde Heer. Ik ben plotseling uit Florence teruggekeerd om den dood mijner innig geliefde moeder. U begrijpt, dat verdriet en vermoeienis mij eenigen tijd het corrigeeren der proeven van D.G.Ga naar voetnoot* onmogelijk maken. Ik hoop U echter spoedig revizies te zenden.
Geloof mij Uw dw. Louis Couperus. | |
[pagina 51]
| |
Couperus' moeder, Catharina Geertruida Couperus-Reynst
| |
[pagina 52]
| |
Brief van Couperus aan Veen, waarin hij de dood van zijn moeder meedeelt.
| |
[pagina 53]
| |
[pagina 54]
| |
45Den Haag.
Geachte Heer. Dank voor uw brief.Ga naar voetnoot* U kan het werk splitsen bij hoofdstuk IX:(?) ‘Toen hij den volgenden morgen aan het ontbijt zat.’Ga naar voetnoot48 Ik weet niet of de hoofdstukken de zelfde nummers hebben behouden.
L.C. | |
[pagina 55]
| |
47Haag.
Waarde Heer. Ik dacht niet, dat U den omslag terug behoefde; U vond hem niet mooi en wij ook niet, maar enfin! De roode band vind ik vooral zeer netjes en gaarne ontving ik vijf zulke exemplaren. Wij gaan in den eersten tijd niet op reis, maar zullen van het voorjaar wel naar Baarn gaan. Den roman, die Het Vaderland aankondigde, heb ik reeds sedert eenigen tijd onder handen en is nog lang niet klaar, hoewel ik er tegenwoordig druk aan werk.Ga naar voetnoot49 Hij is reeds aan den Gids beloofd; de heer Van HallGa naar voetnoot50 las het begin en drong mij zeer tot voortwerken, toen ik eens een moedelooze bui had. Ik zal er gaarne met U over onderhandelen.
Steeds Uw dw. L.C. | |
48Den Haag.
Geachte Heer Wanneer verschijnt Dorian??? Mocht U eens in den Haag komen, zoo zoû het mij aangenaam zijn U te spreken over mijn nieuw werk, en het plan wat ik daarmeê heb. Ik blijf tot de laatste dagen van April alhier, aan dit adres; met Mei is mijn adres: Baarn, Villa Mon Repos (tusschen het Station en het Sanatorium), ten huize van Mevr. Driere Baud. Wil dezen naam bij het adres voegen als U me schrijft daarheen: het is wel eens gebeurd, dat ik brieven etc. niet dadelijk kreeg, zonder dien naam.
Steeds Uw dw. L.C. | |
[pagina 56]
| |
49[z.j.]
Geachte Heer. Ik vind de band ook niet bizonder en beterGa naar voetnoot* iets te nemen in het genre der vorigen. Meent de drukker den voorreden? Wij lieten dien weg; omdat er misschien veel nieuws in stond voor een Engelsch publiek, maar niet voor het onze.
Steeds Uw dw. L.C. | |
52Baarn.
Waarde Heer. Dorian Gray nog niet verschenen? Zoû U zoo goed zijn mij dezer dagen het honorarium te zenden; U zoû er mij ten zeerste meê verplichten. Wat is Uwe beslissing omtrent de sprookjes? Wij denken er over Vain Fortune elders ter uitgave aan te bieden, daar U den eersten tijd er toch geene gelegenheid | |
[pagina 57]
| |
toe hebben zoû, en wij niet te lang wilden wachten: de vertaling is gereed. Heeft de Josselin de Jong met U gesproken over Majesteit?
Steeds Uw dw. Louis Couperus | |
53Baarn
Waarde Heer Veen. Het stelt mij zeer te leur, dat Gij van de Sprookjes afziet. Majesteit verschijnt reeds in Juli in de Gids en zal vervolgd worden in Aug. en Sept.; denkelijk zal het te laat worden voor Dec.; ik ben het ook nog niet met mijzelven eens, of ik het zoo spoedig reeds als boek zal laten verschijnen. Hierover dus later. Van Vain Fortune kan ik niet aannemen wat Ge biedt, daar Dorian Gray reeds ƒ 10. per vel was.
Steeds Uw dw. L.C. | |
54[z.j.]
WelEdele Heer. Ik vergat U van morgen nog te vragen om de present exemplaren, die U voor mij verzenden zou, alleen in donkerrood linnen band te nemen, die van het grove linnen, zoo ook de 2 ingebonden ex: die U mij hier zoû sturen. Hierbij ook twee kaartjes een voor Wilde, een voor Teixeira de Mattos; wilt U die bij de boeken doen?
Na groeten achtend Mevrouw Louis Couperus. | |
[pagina 58]
| |
Majesteit 2 dln. ƒ 1500.- Majesteit verschijnt in Juli, Aug. en Sept. in de Gids en zal in grootte worden gelijk aan 2 deelen van Noodlot. Laat mij U tevens hierbij ronduit verklaren, dat ik op deze condities niet terug kan komen, en dat ik de beide boeken gaarne bij U zoû zien verschijnen. Zoû U verder de goedheid willen hebben Castigo, hetgeen ik U zond, voor Mevr. Couperus ter vertaling te laten aanteekenen en vervolgens het deel terug te zenden?Ga naar voetnoot51 Geloof mij steeds
Uw dienstw. Louis Couperus. | |
56Baarn
Waarde Heer Veen. Mevrouw Couperus verzoekt mij omtrent Vain Fortune terug te komen op mijn besluit. U bood er een vorigen keer het zelfde voor als voor Dorian Gray - ƒ 200.-; laat ons het hier dan op houden. Wat Majesteit betreft; de grootte van het eerste deel (in het hs. van Mevr. C.), is 4 bl. minder dan het hs. van Noodlot; dus geen beduidend verschil. Het tweede deel is nog niet geheel overgeschreven, maar ik vermoed, dat het iets langer dan het eerste zal zijn. Ik kan mij begrijpen, dat U een juiste berekening van den omvang van den roman wilt maken. Ik kan U echter den omvang van het tweede deel nog niet nauwkeuriger bepalen. Het geen in Aug. verschijnt in de Gids is kleiner, dan het reeds verschenen ged.; dat van Sept. zal echter waarschijnlijk grooter zijn dan het eerste. De beide deelen tellen ieder drie hoofdstukken, besloten door een brief; de beide tweede hoofdstukken van ieder deel zijn de langste.Ga naar voetnootF Kunt U reeds geheel beslissen, laat ons dan het contract opstellen en ƒ 1000.- zetten voor ieder der volgende drukken. Wil er dan bijvoegen, dat, in geval van prachtuitgave, een nader te bepalen pc. zal gerekend worden door den auteur, voor ieder (onderteekend) ex:- Ik zoû zulk een prachtuitgave met medewerking van de Jong gaarne wenschen. In het midden van Sept. ga ik naar menschelijke berekening voor zeer lang naar het buitenland en zoû gaarne dan gedaan hebben met het meerendeel der proeven. Vain Fortune is echter nog lang niet overgeschreven. De proeven van Majesteit konden echter zoo gauw mogelijk beginnen. Wij zonden U een ex: van Castigo ter aanteekening, dat het Uwe heeft moeten croiseeren. Heeft U dit niet ontvangen? Wil er anders eens naar informeeren, | |
[pagina 59]
| |
en zoo ja, wil het dan houden in ruil voor het Uwe. Geloof mij na vriendelijke groeten
Uw dw. Louis Couperus. | |
57Baarn
Zeer Geachte Heer. Castigo zend ik U heden, ter aanteekening. Ik zal informeeren naar het andere ex: Uw aanbod over Vain Fortune begrijp ik niet: wil U nog eens duidelijk verklaren. Voor Dorian Gray gaf U ƒ 200; het is 10 vel, dus ƒ 20.- per vel. Noem echter liever in eens de geheele som. Majesteit 1e deel telt 109 Gidsbladzijden; het tweede deel zal ± even groot zijn, eerder grooter dan kleiner. Daar ik de proeven voor Sept. nog niet heb, kan ik het echter nog niet precies bepalen. Hoû echter de deelen voor gelijk, dan valt het denkelijk meê. Ik zag in het contract liefst opgenomen de voorwaarde omtrent de gewone volgende drukken (ƒ 1000.-). Voor de geillustreerde uitgave kunnen wij nader te bepalen voorwaarden treffen, meld dit s.v.p. in het contract. Kunt U U beslissen, zend mij dan de contracten ter teekening. Ik zal daarna gaarne de proeven ontvangen. Met vriendschappelijken groet
Uw dw. Louis Couperus. | |
58Baarn
Geachte Heer Veen. Over Vain Fortune zullen wij maar de onderhandelingen staken, daar wij het niet met elkander hierover schijnen kunnen eens te worden. Laat mij U verder herhalen, dat - om in alle omstandigheden - zeker recht op mijne boeken te blijven behouden, ik er op sta in het contract opgenomen te zien de conditiën omtrent de volgende edities en dat ik deze condities niet minder dan ƒ 1000.- stellen kan. Het zoû mij leed doen zoo U zich hier niet mede kon vereenigen. | |
[pagina 60]
| |
Wat het formaat betreft, ik had liever iets royalers gehad dan die mijner vorige werken, een formaat meer in overeenstemming met het onderwerp, maar zoo dit niet verkoopbaar is, zal ik mij neêrleggen bij het geen U raadt.
Hoogachtend Uw dw. Louis Couperus | |
59Baarn
Geachte Heer Veen. Wij zullen, pour en finir, voor V.F. accepteeren ƒ 10.- per vel; wat ik U schreef van de ƒ 20.- was natuurlijk eene vergissing. Laten wij dan echter niet afgaan op het oordeel van den heer Versluys; de tweede versie, waarnaar Mevr. C. het boek vertaalt, telt 18 vel. Laten wij dus geene definitieve som vaststellen maar het, in den druk van Dorian Gray, houden op ƒ 10.- per vel. Schrijf mij even of U dit goed vind. Uw tegenbod omtrent de volgende drukken van Majesteit kan ik niet accepteeren. Kan U zich dus vereenigen met mijne eischen, dan ontving ik gaarne, in dien zin gesteld, de contracten ter teekening. Ook mij zal het aangenaam zijn spoedig met het drukken te zien aanvangen. Ik heb in Aug. nog veel tijd over en op reis doe ik mijne proeven maar zeer langzaam af, ook al zie ik de heilige 5 Dec. in het verschiet. De proefpagina dunkt mij wat klein van formaat; kan U het niet royaler nemen en de zelfde hoeveelheid behouden op éene bladzijde, maar met een zeer breede marge? Zend mij in alle geval nog iets anders te zien.
Geloof mij Hoogachtend Uw dw. Louis C. | |
60BaarnGa naar voetnoot*
Geachte Heer. Het formaat dunkt mij goed; de nummers van Aug. en Sept. zal ik U zenden.
Steeds Uw dw. L.C. | |
[pagina 61]
| |
61Baarn.
WelEd. Heer. Wil U s.v.p. maken, dat ieder onderhoofdstukje op een nieuwe bladzijde gedrukt wordt; het geen vooral voor de hoofden der brieven verkiezelijk is.
Achtend L.C. | |
62Baarn
Geachte Heer. De proeven werden op een bar slordige manier gedrukt. Ik kan ze onmogelijk vlug terugzenden als dit zoo doorgaat. Wil U zoo goed zijn eens om meerdere zorg op het hart te drukken, daar ik vrees anders drie proeven noodig te zullen hebben.
Steeds tt L.C.
Mochten de proeven zoo slordig blijven, dan zend ik ze ongecorrigeerd weêr terug; ik heb geen lust zulke proeven te ontvangen, als men de Gids letterlijk na kan drukken. Mille excuses voor mijn boosheid! | |
[pagina 62]
| |
64Baarn
Geachte Heer Veen. Ik ontving gaarne de proeven, die volgen op het laatste, voor afdrukken gezonden, vel, met bijvoeging van den laatsten regel van dat vel; de nu gezonden proeven kloppen niet met het laatste, dat ik voor afdrukken terugzond. Ik hoû ze dus aan tot alles in orde is. Ook ontving ik gaarne de afgedrukte vellen, zoo mogelijk.
Steeds Uw dw. L.C. | |
[pagina 63]
| |
Waarde Heer. Hierbij de errata terug; heeft U er misschien ook nog gevonden? Ik had gaarne den druk zoo vlekkeloos mogelijk, maar dat blijft altijd een illusie. Wat van de bandjes? Zend U mij eens wat U dacht te nemen; ook de omslagen. U zal nu wel met St. Nicolaas klaar zijn. Wanneer kan ik rekenen op het honorarium? En hoe? In den Haag zijn mijne bankiers de Heeren Scheurleer en Zn.; alhier: Société Génerale du Credit Mobilier Italien
Steeds Uw dw. L.C. | |
68Florence
WelEd. Heer. Gaarne ontving ik de verdere afgedrukte vellen. Is Majesteit uit zend mij dan 2 ex.; ingebonden; verder exemplaren aanGa naar voetnoot53 Mr. J.R. Couperus, den Haag. Mevrouw Baud, Salatiga, Java. Gerrit Jäger, den Haag. Prof. J. ten Brink, Leiden. Mevrouw C.S. Hein, den Haag. Mr. B.M. Vlielander Hein, id. Mevrouw Valette, 20 Surinamestr. den Haag Frans Netscher, Rotterdam. Bnesse Taets v. Amerongen, ten huize Mr. v. Lawick, Villa Sofia, Hilversum.
Steeds t.à.v. L.C.
Wat van de banden en omslagen? | |
[pagina 64]
| |
69Florence
Waarde Heer. Het boek ontvangen: nog al gezellig uitgevallen. Maar laat mij voortaan een woordje meêspreken, waar het den band aangaat. De insignieën onderaan zijn nog al goed, maar dat kroontje boven de M, van Majesteit is niets.Ga naar voetnoot54 Het is alles wat U maar wil, maar geen kroon, en vooral geen Keizerskroon. Waarom niet een flinke Keizerskroon boven de M; die zich zoo leent om gekroond te zijn! Nòg een aanmerking; de letter van den druk is pleizierig, maar de inkt wat bleek; er zijn vele letters, die half of slecht gedrukt zijn. Het is goed, daar voortaan op te letten. Het boek is prettig los ingebonden en ziet er nog al flink uit. Zend de presentex; liefst gebonden, met een aanduiding, dat ze van mij zijn; zend s.v.p. ook nog een oningebonden ex: aan Mej. Baud, Mon Repos, Baarn. Ikzelve ontving gaarne ook een oningebonden ex:, en nog een gebonden, zoo U nog een andere kleur van band krijgt, om te zien; anders is het niet noodig. Kan U mij het honorarium zoo spoedig mogelijk overmaken, dan zal mij dit aangenaam zijn; omdat ik er eenigzins op wacht, voor ik nieuwe schikkingen met mijn bankier maak, en ook, omdat het agio op het oogenblik hoog is en U mij dus met een spoedige zending bevoordeelt. Veel succes met het boek, en mogen wij nog eens spoedig over een prachtuitgave spreken.
Steeds Uw dw. L.C.
Hoorde U nog iets van Piet de Jong? | |
[pagina 65]
| |
Bandontwerp door R.N. Roland Holst voor Majesteit, 1893.
| |
[pagina 66]
| |
ik hier rekenen kan op het hrm. van M., daar ik niet zeer lang meer hier blijf.
Steeds Uw dw. L.C.
Zend s.v.p. een ingebonden ex: aan het adres van: Den Heer en Mevr. J.J.v. Santen 39 Vondelstr. Amsterdam Mocht U mij bij gelegenheid eens kritieken kunnen zenden, zoo hoû ik mij zeer aanbevolen. | |
71Rome
Waarde Heer Veen. Het hon: in orde ontvangen. Dank voor de kritieken; ik apprecieer zeer, dat U ze mij zend en hoû mij aanbevolen voor verdere. Me dunkt, het succes gaat nog al. Wordt het boek goed verkocht? De Jong zoû voor de illustr. heel goed zijn: U denkt zeker aan Epiloog, maar de teekeningen waren prachtig; de reproducties echter infaam. We kunnen daar later nog op terug komen. Wanneer denkt U over [hoek weggescheurd] uitgave van Extaze?
Steeds Uw dw. L.C. | |
72Rome
Waarde Heer Veen. Alle Uwe zendingen heb ik in goede orde ontvangen: vriendelijk dank daarvoor. Van Mej. FlesGa naar voetnoot55 hoorde ik nog niets. Raché dacht erover dezen zomer het boek te vertalen en schreef mij te Baarn; sedert hoorde ik er niets meer van. Van Duitsche vertalingen ontvang ik niets en hoor ik zelf zeer weinig. | |
[pagina 67]
| |
Eline Vere verscheen in de Magdeburger Zeitung (niet van Raché); maar kwam niet onder mijne oogen. Noodlot van Raché in Aus Fremden Zungen, en later als boek. Extaze zoû vertaald worden door Mevr. Ida Frick te München; ik weet er verder niets meer van. Een Zieltje werd vertaald door Raché. Ziedaar alles wat ik van mijne Duitsche vertalingen weet. Zoo mogelijk, geef dan Extaze nog eens in Mei: de uitvoering van Majesteit is er ook zeer goed voor. Misschien heb ik voor het najaar een bundel reisschetsen voor U.
[Ondertekening ontbreekt]. | |
72ARome
Waarde Heer. Zend mij eens het adres van Raché, want ik moet eens hooren wat hij eigenlijk van plan is.- Wat vertelt U toch van Een Zieltje van Hoste?Ga naar voetnoot56 Ik weet er niets van, zoover ik mij herinneren kan. Of suf ik? Is het in een bloemlezing? Ik zal toch geene toestemmingen geven van werken, die ik reeds aan U heb afgestaan, en in allen gevalle naar U verwijzen.- Zend mij eens een Extaze; ik heb er hier geen en zoû het gaarne nog eens willen nazien, voor U den tweeden druk geeft.- Met Febr. hoop ik naar Napels te gaan, maar ik geef U wel later een volgend adres op. A happy New year!
Steeds Uw dw. L.C. | |
[pagina 68]
| |
rust Yekema (Harlingen);Ga naar voetnoot57 het auteursrecht is toch het Uwe nu, et c'est tout à fait votre affaire. Vraag er desnoods iets voor, als U wil; waarom niet? Zooals ik U schreef, gaarne ontving ik nog een Extaze, om eens te zien, voor U herdrukt; ik zal U dan het boek terug zenden en herdruk dan s.v.p. naar dat ex. De laatste proeven zie ik gaarne na; zend mij ook de band.
Steeds Uw dw. L.C. | |
74Rome
Waarde Heer Veen. Er zijn toch geene beduidende drukfouten in Extaze; alleen op bl. 199, onderaan, verwaald voor verdwaald. Mag ik dus de correctie maar aan U opdragen: dit zal veel tijd uitsparen. Ten minste als U mij vast belooft nauwkeurig te zijn en mijne spelling en vooral mijne teekens (die den geheelen stijl soms uitmaken), te eerbiedigen. Kan ik hierop vast rekenen? Hierbij een wapentje: zilveren duif met olijftak, die naar de zon vliegt.- het devies is Tuum est.- boven den helm kroontje met 14 parelen (iets heel vreemds in Holland; het is een sheriff-coronet, daar wij van Schotse origine zijn en vroeger Cowper heetten.) De us is van de dominee's! Boven de kroon steekt een kuiperdissel uit: U ziet de origine van Adam af, was dus nog al eenvoudig. Nog eens Hoste: het kan zijn, dat ik hem geschreven heb, dat ik geen bezwaar had, maar zeker heb ik hem verwezen naar U ,en ik vind het zeer vreemd, dat hij dit niet gedaan heeft. Ik ontving de bloemlezing niet. Zend U Dr. Raché maar een (oningebonden) ex.; ik ken hem niet, maar wij hebben nog al gecorrespondeerd. Met vriendelijke groeten
Uw dw. L.C.
Ik verwacht een teekening van de band, niet waar? | |
[pagina 69]
| |
Lakzegel van Couperus' ring met het familiewapen.
| |
[pagina 70]
| |
75Rome
Waarde Heer. Ik ben wel met Henry and Co. in correspondentie, maar niets is nog beslist; zeer gaarne hoor ik nader wat U in deze zoû kunnen doen; door wien de vertaling zoû gebeuren en welke honorarium. Ik heb in deze precaire zaken niets liever dan Uwe medewerking. Henry and Co zijn echter altijd zeer aan te bevelen als gentlemanlike uitgevers.
Steeds t.à.v. L.C. | |
76Napels
Waarde Heer Veen. Mijn adres is, als U deze ontvangt, Corfou, poste restante. Wat heeft U besloten omtrent Uw reis naar London? Gaarne zoû ik ook dit van U vernemen; kan ik einde April, in Brussel, waar ik dan hoop te zijn, van U ontvangen het hon: van 2e Ext.? Dit zoû mij zeer aangenaam zijn; in allen gevalle zoû U mij met een woordje antwoord verplichten.
Steeds Uw dw. Louis Couperus | |
77Rome
Waarde Heer Veen. Zend en schrijf naar Florence, 16 Via de' Fossi, Palazzo Nicolini, daar ik langzamerhand weêr naar het Noorden kom. In Brussel zal ik gaarne het hon. Ext.Ga naar voetnoot** ontvangen, eerder is niet noodig; ik meld U nog nader ons Brusselsch adres.
Steeds Uw dw. L.C. | |
[pagina 71]
| |
78Florence
Waarde Heer Veen. Dank voor de opgezonden brief, die over een vertaling van Illuzie in het Fransch handelt, of liever niet handelt. Al die aanvragen om kostelooze vertalingen beginnen mij de keel uit te hangen; meestal beantwoord ik ze niet.- Neen, over Majesteit is nog niets bepaald; kan U een Fransche vertaling in het leven roepen en heb ik er eenig financieel voordeel bij, dan gaarne.- Wat de Reisschetsen betreft, ik hoop, dat er een boekje van komt, maar ik weet het niet: zal het niet te weinig zijn? Ik heb nog reisbrieven uit Napels, Corfou, Athene; ben nu bezig aan een uit Florence, en dan nog een uit Venetië. Misschien een boekje van de grootte van Extaze; enfin, we zullen zien, als Florence en Venetië af zijn. Ik hoop den 7den te gaan naar Venetië; ongeveer 1 Mei ben ik in Baarn, en hoop dan te hooren, wat U met de Jong verhandeld heeft. Het doet mij pleizier, dat U aan een geïllustreerde uitgave denkt, en ik geloof, dat U genoeg energie heeft om zoo een onderneming van stapel te laten loopen. Naar aanleiding van mijn RedakteurschapGa naar voetnoot58 meende Van Kampen, dat ik voortaan mijne werken bij hem zoû uitgeven: ik schreef hem echter, dat ik daar niet het minste plan toe had, en geen reden had U te verlaten. Mijn pen is afschuwelijk, en mijn hand gaat er ook al niet op vooruit! Met vriendelijken groet
Uw dw. Louis Couperus | |
79Brussel.
Waarde Heer Veen. Mocht U mij thans hon: Extaze in Nederl. bankpapier, per aangeteekenden brief, aan bovenstaand adres zenden, zeer gaarne dan. Schreef ik U al over een Fransche Majesteit? Ik vind Uw plan goed, maar heb er ook gaarne eenig voordeel van. In volgend nummer Gids verschijnt brief Athene. | |
[pagina 72]
| |
6 Gidsbladzijden; dan heb ik nog brief Florence, die is langer. Voor Venetië was het te warm dezen keer. Besluit U na verschijning brief Florence over de grootte: is het te klein, dan zal ik er aan toevoegen een of twee kleine novellen van reismotieven: de bundel kan dan Reisimpressies blijven: ik hoop dan die novellen in Mei te schrijven in Baarn.
Steeds Uw dw. L.C. | |
80Brussel
Geachte Heer. Ik dank en goede orde ontvangen. De Gidsen heb ik wel voor U. Van de Reisimpressies had ik gaarne een boekje als Illuzie, plus minus, en dan kunnen wij het op die zelfde voorwaarden stellen: fl. 500.- en 300.- volgende drukken. Ik zoû U gaarne willen vragen: zoû U geen lust hebben Noodlot te willen overnemen van Robbers?Ga naar voetnoot59 Of zoû dat niet gaan. Het moment zoû in zooverre gunstig zijn, omdat Robbers mij reeds lang geleden een tweede uitgave aankondigde, die echter voor zoover ik weet, nooit is verschenen. Ik weet niet waarom; ik schrijf Robbers liefst zoo min mogelijk! Sprak U de Jong? Als ik zoo plannen maak, zie ik U ook eigenaar van Eline Vere, en dan een geillustreerde editie van al mijn werken, ook de poezie! Een groote illuzie, zal U misschien uitroepen, maar illuzies doen leven. Enfin, mocht er ooit questie van zijn, dan zult U wel genoeg energie ervoor hebben. Maar Noodlot is misschien iets van dadelijken zorg.
Steeds Uw dw. Louis Couperus
Van den zomer hoop ik wat kleine dingen te schrijven, en onderwijl caresseer ik het motief voor mijn volgenden roman; die Metamorfozen zal heeten; het leven van een modern litterair artist. Dat is voor de toekomst. |
|