Haar gezonde evenwicht was geschokt. Nu meende zij, zoû het goed zijn Addy te zeggen, dat zij zóo, in Den Haag niet wilde zijn - omdat hij er niet gelukkig was - dat zij terug wilde naar Driebergen... En het idee hem terug te geven wat hij haar gaf, zich op te offeren als hij zich offerde, gaf haar een soort van cerebrale verluchting, alsof zij een oplossing had gevonden - een oplossing in de naaste toekomst, over een paar weken, een paar maanden. Ja, hem zeggen, dat het toch beter was terug naar Driebergen te keeren... De kamers daar wachtten hem altijd af... Zij allen zouden hem gaarne terug zien... Zij gaf hem aan zijn familie terug... Maar zij...
Zij stelde zichzelve weêr voor in het sympathielooze leven, dat zij er had gehad. En zij kon niet, zij kòn het hem niet zeggen. Nu waren er dagen, dat zij hem ontweek, hem nauwlijks zag dan aan tafel... Sommige oogenblikken, soms, speelden zij met de kinderen, was er wèl wat liefs om de kleine blonde dreumessen: mooie kindertjes, Constant en Jetje, gezonde kinderen - zoo als Addy verlangd had... Waren zij naar bed, dan ging zij uit, 's avonds naar hare familie, naar kennissen, theedrinken, alleen... Zij vroeg hem niet meê te gaan: hij moest ook werken, en zij kwam terug met een rijtuig.
Een leêgte was in haar leven, en zij poogde met zich te redeneeren, gezond verstandelijk, maar licht tillend. Kom, er waren honderde vrouwen als zij, met haar man niet zoo heel gelukkig... heel gelukkige huwlijken waren zoo zeldzaam... men leefde toch door met elkaâr... Er waren de kinderen, van wie zij veel hield... Misschien later... als zij wat ouder waren, zoû het beter gaan... zoû Addy zich verzoenen met zijn werkkring, van zeer gezochten dokter... zoû zij ook haar kalmte, haar evenwicht vinden terug... Het leven was zoo insipide: opstaan, aankleeden, eten bestellen, visites maken en boodschappen doen - alleen de kinderen, zoo klein nog, gaven er een lachje door heen... verder was het insipide en zoo was het voor allen... Een crizis, na een paar jaren van huwlijk, dat maakte bijna iedereen door... Zij zoû zich schikken, Addy zich schikken: ze zouden blijven leven naast elkaâr...