- Je ziet er goed uit.
- Merci... O, hebben jullie gewacht met het diner.
- Natuurlijk...
- Ik ga even mijn handen wasschen, ik kom dadelijk.
- Mama had er heelemaal niet aan gedacht... dat er geen geld was,
zei Addy.
- Neen! riep Van der Welcke.
Maar hij vond die gedachte erg natuurlijk, en toen Constance beneden
kwam, zeide hij lachend:
- Hadt je niet gedacht, dat er geen geld meer was?
Constance keek op, denkende, dat hij een scène woû
maken. Maar hij glimlachte, zijn vraag klonk vroolijk.
- Neen! zeide zij, of het heel natuurlijk was.
En nu, nu proestten zij allen drie in een dollach, Addy met zijn
stillen maaggrinnik, die hem pijnlijk op en neêr deed schudden.
- Lach dan toch uit, jongen! plaagde Van der Welcke. Lach dan toch
uit, als je kan.
Zij waren heel vroolijk, zetten zich aan tafel.
- En verbeeldt je, zei Constance; wie ik daar in Nice, in het
hôtel ontmoet heb... naast wie ik gezeten heb aan de
table-d'-hôte... De