Heerlen een stad(1961)–Willem K. Coumans– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 26] [p. 26] In de morgen Het amandelgrijs van de morgen. In de kamer verschaalt de nacht en liggen wij niet meer samen. Toch vangen kinderen te zingen aan, en luister ik naar mijn hart dat langzamer slaat dan het in de eeuwigheid van je omarming heeft gedaan. Je stem is nog aan mijn oor, maar je benen waden reeds door de klamme regen van de opensplijtende dag. Ik bevind mij in de leegte van de uren. Mijn honger is met voedsel niet te smoren. Mijn stem is tot over de oren verliefd. Is zonder jouw stem de verlaten echo van de liefde die voorbijging: een dode moeder. Vorige Volgende