Heerlen een stad(1961)–Willem K. Coumans– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 22] [p. 22] Geboortestad Wat heeft de blauwe vogel bewogen te vliegen boven je smal gebied dat met de dood in de ogen zelfs niet meer zeggen kan ik ben je kleine duifje niet. Regen verwaait en wind steekt pluimen hoog in de lucht. Verlaten ligt het groene water van de vijver. Sterven de laatste vissen nu? Wolken beven maar hamerhanden blijven geheven in woedende armen staan in de momentopname van mijn adem. [pagina 23] [p. 23] Kroop de sperwer vloog het kind al bij de geboorte ik ben de tovenaar kijk mijn toverstok verandert alle dingen in sprookjes van moeder de gans je hoeft ze niet eens te geloven. Zozeer heb ik je lief zozeer is mijn haat meer dan oude woorden en minder dan tijd de zekere ooievaar die eens vloog boven de blauwe huizen van mjn geboortestad. Vorige Volgende