Zingzang
(1866)–Frans de Cort– Auteursrechtvrij
[pagina 67]
| |
[pagina 68]
| |
Ach! wat heb ik hem mis- dre- ven?
Ach! wat heb ik hem mis- daan?
2.[regelnummer]
Als ik vroeg ter markte ga,
Volgt zijn wilde blik me na,
Die me rillen doet en beven,
En met lamheid dreigt te slaan -
Ach, wat heb ik hem misdreven?
Ach, wat heb ik hem misdaan?
3.[regelnummer]
Woon ik preêk of misse bij,
Immer sluipt hij nevens mij,
En, ten spot me prijs te geven,
Ziet hij mij al lachend aan -
Ach, wat heb ik hem misdreven?
Ach, wat heb ik hem misdaan?
4.[regelnummer]
Als er zondags wordt gedanst,
En ik mede, bloembekranst,
| |
[pagina 69]
| |
In den kring word opgeheven,
Loopt hij grimmig daar vandaan -
Ach, wat heb ik hem misdreven?
Ach, wat heb ik hem misdaan?
5.[regelnummer]
Waar ik mijne schreden wend,
Stellig is hij daar omtrent,
Schijnt mij als een spook te omzweven,
Doet van schaamte mij vergaan -
Ach, wat heb ik hem misdreven?
Ach, wat heb ik hem misdaan?
6.[regelnummer]
Somtijds fezelt hij me in 't oor
Woorden, waar mijnheer pastoor
Wel den uitleg zou van geven,
Maar die ik niet kan verstaan -
Ach, wat heb ik hem misdreven?
Ach, wat heb ik hem misdaan?
|
|