Liederen(1868)–Frans de Cort– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 142] [p. 142] Moeder en kind. Wanneer ik weeldedronken Mijn rozig kind beschouw En die 't mij heeft geschonken, Mijne aangebedene vrouw, Zoo vraag niet wie van beiden Mijn hart het meest bemint..... Mijn hart en kan niet scheiden De moeder van het kind. Ik doe mijne armen open En sluit ze er in bijeen, En vreugdetranen loopen Mij langs de wangen heen.... Ach, wist gij, spreek ik stille: Hoezeer gij wordt bemind, Gij, kind, om moeders wille, Gij, moeder, om uw kind! Vorige Volgende