Talen in beweging
(2012)–Leonie Cornips– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 1]
| |
Mijnheer de Rector Magnificus, Lieve familie en vrienden, Beste collega's, kennissen en geïnteresseerden | |
IntroductieEen fragment van Connie Palmen schetst hoe in haar herinnering een kind in Limburg in de tweede helft van de vorige eeuw tussen allerlei talen en dialecten opgroeide. Ik citeer: 'Het lage land van mij ligt ook zo gek, zo buitengaats, een verloren, bijkans afgeknepen slurf die overal in bungelt behalve in Nederland. Voor mijn tiende kende ik andere nationaliteiten beter dan de Nederlandse. Ingeklemd tussen tweetalige Belgen, Duitsers, andere Limburgers en dagelijks ondergedompeld in het Latijn van de kerk, was Nederlands de zoveelste taal, een die ik op school moest leren spreken. Wat ik als kind niet zag begreep ik later, dat ik omringd was door vreemde klanken, door het geroezemoes van het betoverende, onbegrijpelijke Latijn van mijn ochtenden, het Vlaams en Frans van het land aan de ene kant en het Duits van het land aan de andere kant, met de verschillende dorpsdialecten boven en onder me (...). Niks verstond ik en alles'.Ga naar voetnoot1 Palmen beschrijft Limburg als nauwelijks behorend tot Nederland door de aandacht te vestigen op de excentrische ligging van deze provincie, de onbekendheid met andere Nederlanders en het Nederlands. In dit fragment introduceert zij diverse taalvariëteiten die aan specifieke plekken verbonden zijn. Het Nederlands hoort binnen de schoolmuren thuis, Latijn in de kerk en Vlaams, Frans en Duits aan de overkant van de zeer nabije grenzen, en dialecten binnen de grenzen van de dorpen. Bovendien behoren tot die specifieke talen en plekken, specifieke sprekers in specifieke rollen. Onderwijzers en leerlingen spreken Nederlands, de pastoor spreekt Latijn en familie, dorpsgenoten en mede-Limburgers dialect. Het Nederlands dat als tweede taal geleerd moet worden, is de enige uitzondering op de gepresenteerde hechte verbinding tussen één plek, één spreker en één taal. Deze hechte verbinding wil zeggen dat elke spreker dwingend als eentalig voorgesteld wordt vanaf zijn of haar geboorte. Daarnaast weerspiegelt elke spreker in hoe hij of zij spreekt onontkoombaar de plek waar hij of zij geboren en opgegroeid is.Ga naar voetnoot2 |