Van Godt
(1630)–D.V. Coornhert– AuteursrechtvrijSijnen naem, by-namen, hoedanigheyden, daden ende wercken
Wercken Godes na zijn Voorsienigheydt.
GHebenedijt Genes: 18, 18
Verkiest Deut: 7, 6
De zijne tot gehoorsaemheyt Ephes: 1, 4 2, 10. 5, 27 2 Thess: 2, 13 1 Petr: 1, 2 Rom: 8, 29 Deut: 16, 18
De versmade 1 Cor: 1, 28
De onedele....
De krancke der werelt 1 Cor: 1, 27
Die dwaes zijn voor de weerlt....
De arme menschen in de werelt Jac: 2, 5
Rijcke int gheloove....
Niet veel wijse na den vlesche 1 Cor: 1, 26
Niet veel machtighe....
Niet veel edele....
Voorseyt Num: 26, 65
belet de timmeragie van Babel Genes: 11, 6
Verstaet onse gedachten van verre Ps: 138, 3
Laet den heyligen tentatie opcomen Tob: 2, 12
Beschict te voren, die hy te boven geweten heeft Rom: 8, 29, 1 Pet: 1, 1, 2
De wijsheyt tot onser glorie 1 Cor: 2, 7
Ons Ephes: 1, 5
Joseph in Egypten op dat de Patriarchen behouden souden werden Gen: 45, 7
Ordineert Paulum Act: 22, 14
Voorweet Rom: 8, 29
Sijn volck Rom: 11, 2
Voorsiet alle onse weghen Psalm 138, 4
Weet de toekomende wercken der menschen. Esai: 48, 8 Exod: 3, 19 Genes: 18, 19
Scheyt Jacob voor hem uyt 4 Esd: 3, 16
Paulum uyt zijns moeders lichaem. Galat: 1, 15
Van hem Esau 4 Esd: 3, 16
Israel van alle andere volcken Lev: 20, 24
De gheslachten Israels Num:, 6, 10
Teeckent ons 2 Cor: 1, 22
Ruct uyt de werelt den uytverkorenen Sap. 4, 10
Roept met zijn heylighen roep 1 Tim. 1, 9
Ons ter heylighmakinghen 1 Thess: 4. 7
Niet ter onreynicheyt...
Niet na onse wercken 2 Tim. 1, 9
|
|