Punt- en kleine mengeldichten(1837)–S.M. Coninckx– Auteursrechtvrij Vorige Volgende CCCLXXVI. De dolle westewinden brullen, De daken vliegen af, de schépen gaen te grond. Ba! ba! zei Lippus Kalevond, ‘Ik trek my dat niet aen: zy zullen Myn dak niet waeyen af, myn schépen doen vergaen, Myn boomen uit den grond niet slaen.’ Dus voelt er een dien nood en arremoede drukken Een al te onzal'ge vreugd in 's wérelds ongelukken. Vorige Volgende