Punt- en kleine mengeldichten(1837)–S.M. Coninckx– Auteursrechtvrij Vorige Volgende CCCXLI. Met pragt te varen in een wagen Is vóor zeer véel het hoogste goed: 'k Schep duizend malen meer behagen In eene wandeling te voet, Op aengename zomerdagen; Een hondje hupp'lend aen myn zy, En eenig nuttig boek daerby. Vorige Volgende