Punt- en kleine mengeldichten(1837)–S.M. Coninckx– Auteursrechtvrij Vorige Volgende CCCXV. Wat schrik zal ieders hert bevangen, Wanneer het groot bazuingeschal Zal schett'ren over 't woest heelal! Ach! mogen we op dat uer genade, o God, erlangen[!] Vorige Volgende