Punt- en kleine mengeldichten(1837)–S.M. Coninckx– Auteursrechtvrij Vorige Volgende CCXLVII. Mogt ik, weldadigheid, myn tyd in u bestéden! Gy zyt, gelyk het licht der zon, Eene onuitputtelyke bron Van 's lévens grootste zoetighéden. Vorige Volgende