Punt- en kleine mengeldichten(1837)–S.M. Coninckx– Auteursrechtvrij Vorige Volgende CCXXXVIII. Gy die, zoo lang ge in 't léven waert. Uw tyd in stage vreugd en wéelden hebt verloren, Vreest gy niet dat ge eens zult dées wóorden moeten hooren: Gy hebt het, o myn zóon, te wel gehad op aerd? Vorige Volgende