Punt- en kleine mengeldichten(1837)–S.M. Coninckx– Auteursrechtvrij Vorige Volgende CXLVI. Pamfiel is gram en nooit tevréden Met 't géen een ander zegt en doet: Maer hy onthoudt zich meest van alle bézighéden, En als hy iets verrigt, is 't nooit of zelden goed. Vorige Volgende