Punt- en kleine mengeldichten
(1837)–S.M. Coninckx– Auteursrechtvrij
[pagina 35]
| |
Word, als ik t' huis kóom, af-gewagt,
En kryg myn huid en rug vol slagen.
- Wel, Baf, hoe kont gy dat nog vragen?
Gy, die met ieder spot en lacht.
Uw hand doet niemand kwaed, maer gy stéekt alle dagen,
Met uw venyn'ge slangentong
Op ryk en arm, op oud en jong;
Ja, zelfs op die een kroon, die staf en myter dragen.
|
|