Punt- en kleine mengeldichten(1837)–S.M. Coninckx– Auteursrechtvrij Vorige Volgende CX. Hoe Timon die in vége ellende, Van elk veragt, begraven lag; Een schurk die geene wetten kende, Dus op geklommen is tot rykdom en ontzag, En wat dit al beduiden mag: Paulien, gy kont dat niet beseffen; Aenhoor wat David spréekt: ‘ik zag ‘Den goddeloozen 't hoofd verheffen, ‘Gelyk een céderboom op Libanon, vol eer: ‘Ik ging vóorby, hy was niet meer. Vorige Volgende