Punt- en kleine mengeldichten(1837)–S.M. Coninckx– Auteursrechtvrij Vorige Volgende XCIII. Monarch, vóor wien Europa zwigt, Zoo gy bywylen niet kont slapen, Néem déze banden hier vóor uwen zóon gedicht, En lées eene ode of twee, gy zult wel aenstonds gapen. Vorige Volgende