Punt- en kleine mengeldichten(1837)–S.M. Coninckx– Auteursrechtvrij Vorige Volgende LXXIII. Twee schoone gaven héeft Camill'; Zou hy aen ieder niet behagen? Hy is heel généreus, als hy iets hebben wil, En spaerzaem, als ze hem iets vragen. Vorige Volgende