Punt- en kleine mengeldichten(1837)–S.M. Coninckx– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 18] [p. 18] LIV. Eenen valschen spéler spréekt. Ik spéelde véel en won altyd; Ik moffelde en bedróog; ik wil daerom niet liegen. Toen kwam de dood in 't spel, die kon ik niet bedriegen; Zy won en ik was alles kwyt. Vorige Volgende