Lexicon van de jeugdliteratuur

[pagina 1]

Wil J. Huygen

door Hendrien Kars

Wil J. Huygen werd op 23 juni 1922 in Amersfoort geboren. Hij studeerde medicijnen in Utrecht en werd in 1949 medicus. Na twee jaar bij de Koninklijke Marine vestigde hij zich op 1 april 1952 als huisarts in Nijmegen. Van 1 juli 1979 tot 1 januari 1988 was hij bedrijfsarts in Zeist.

Werk

In 1956 begon Huygen op verzoek van de redactie van het tijdschrift De Nederlandse Jager te schrijven. In 1964 werden deze stukjes gebundeld in Jagersland, met een voorwoord van zijn vriend Godfried Bomans. Huygens hartstocht voor jagen blijkt ook uit andere uitgaven, veelal in samenwerking met schilder/tekenaar Rien Poortvliet, o.a. Alleen voor jagers (1967), Met een kluitje in het riet (1968) en Op reeën uit (ca. 1971), een uitgave van de Vereniging ‘Het Reewild’, in samenwerking met de Directie Faunabeheer, waarin de opdracht luidt ‘Voor jeugdige natuurliefhebbers met het hart op de juiste plaats, en voor ouderen met een jeugdig hart’.

Van het duo Huygen/Poortvliet verscheen ook Leven en werken van de kabouter (1976), een niet speciaal op kinderen gericht ‘informatief’ boek dat tot ver over de grenzen populair werd. Wil Huygen schreef de draaiboeken voor twee tv-series over kabouters, 26 afleveringen van elk een half uur.

Na enige verhalen voor volwassenen met wederwaardigheden uit zijn praktijk schreef Huygen, aangemoedigd door de auteurs Jaap ter Haar en Paul Biegel, zijn eerste kinderboek: En buiten lag het paradijs (1970). Huygens liefde voor de natuur en zijn eigen ervaringen als kind, als vader, als jager en als arts zijn in alle boeken terug te vinden.

Kinderboeken

Afgezien van de beknopte informatieve uitgave Op reeën uit was En buiten lag het paradijs Wil Huygens eerste boek voor kinderen. Elfjarige Thomas ondergaat gelaten een langdurig ziekenhuisverblijf. De realiteit van het ziekenhuis (de medische aspecten en de jongensclub op de zaal) wordt afgewisseld met herinneringen aan ‘het paradijs buiten’: thuis, de familie en de beesten. De latere herdruk Thomas bevat geen tekeningen.

Thomas figureert in De geheime nachten van Jochem, dat voor een iets ouder lezerspubliek is, als vriend van

[pagina 2]

de hoofdfiguur. Scholletje is de bijnaam van een ca. tienjarig meisje dat met een gecompliceerde beenbreuk acht maanden in het ziekenhuis moet doorbrengen. In De steen zonder naam beleeft Rob in koortsdromen avonturen met goede en kwade machten, belichaamd door kabouters, heksen en dieren.

In alle boeken maakt de hoofdfiguur een zekere groei door en ontdekt na een moeilijke periode dat hij/zij iets volwassener is geworden, maar ook afscheid heeft moeten nemen van een afgeronde jeugdperiode. De stijl is moeilijk door in elkaar overlopende realiteit en fantasie en enigszins ouderwetse taal met veel medisch jargon, waarin volwassenen van bovenaf lijken te praten mèt en over kinderen in termen als ‘ventje’, ‘kereltje’ en veelvuldig gebruik van andere verkleinwoorden. De echtgenote van de schrijver, die journalistieke ervaring heeft, levert de nodige kritiek op zijn verhalen, maar laat de stijl ongemoeid.

De nestwarmte van het gezin speelt vooral in de eerste twee boeken een belangrijke rol. Veel informatie tussen de regels door over dieren en de natuur in het algemeen. Het is duidelijk dat goed milieu-beleid de schrijver na aan het hart ligt.

Bibliografie

Keuze uit het werk voor volwassenen

De dokter en Diana (1966); Alleen voor jagers (1967), in gewijzigde herdruk verschenen onder de titel Niet alleen voor jagers (1975); Leven en werken van de kabouter (1976); Waarnemer gevraagd (1979); De oproep der kabouters (1981).

Kinderboeken

En buiten lag het paradijs. Met illustraties van Rien Poortvliet. Bussum, Van Holkema & Warendorf, 1970. (Regenboogreeks). Herdrukt als Thomas. Nieuwkoop, Heuff, 1980.

De geheime nachten van Jochem. Met illustraties van Henk Kneepkens. Bussum, Van Holkema & Warendorf, 1972. (Regenboogreeks).

Scholletje. Met illustraties van Carl Hollander. Bussum, Van Holkema & Warendorf, 1974. (Regenboogreeks).

Flap-uit boek van de kabouter. Met illustraties van Rien Poortvliet. Bussum, Van Holkema & Warendorf, 1980.

[pagina 3]

Flap-uit boek van kabouters en dieren. Met illustraties van Rien Poortvliet. Bussum, Van Reemst, 1983.

Flap-uit boek van kabouters en hun families. Met illustraties van Rien Poortvliet. Bussum, Van Reemst, 1983.

De steen zonder naam. Met illustraties van Henk Kneepkens. Bussum, Van Holkema & Warendorf, 1983.

Over Wil Huygen

Miep Diekmann, En buiten lag het paradijs... In: De Haagsche Courant, 13-8-1971.

[Anoniem], Kinderen hebben een orthodoxe smaak. In: Elégance, maart 1974 (Interview)

G. Plantenga, Verhaal komt vanzelf als ik achter de machine zit. In: De Nieuwe Krant, 21-1-1975. (Interview)

[Anoniem], Huisarts mag ook best kinderboeken schrijven. In: De Gelders-Overijselse Courant, 26-4-1975 (Interview)

Kees Schiferli, De mens en zijn kabouters. In: NRC Handelsblad, 21-1-1978. (Interview)

Thom Olink, There's no business like gnome business; het reusachtige kabouterboek. In: De Haagsche Courant en Het Rotterdams Nieuwsblad, 13-1-1979. (Interview)

[Anoniem], Kabouterboek met lekkere hapjes. In: Het Rotterdams Nieuwsblad, 10-10-1981.

16 Lexicon jeugdliteratuur
februari 1988