Een geest die iets te zeggen had. De briefwisseling van dr. P.H. Ritter jr. - Frans Coenen (1916-1936)
(1992)–Frans Coenen, P.H. Ritter jr.– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 43]
| |
Beste Vriend, Mag ik je nog eens herinneren aan ons Gouda-plan? Op Zaterdag a.s. 15 Juni? Maar omdat ik reeds aldaar vertoef, kan ik niet met je rijden van Utrecht. Er is een trein van 16.59 van U. Kan je die nemen? Dan haal ik je af. Mevr. Eva woont een half uur gaans van Station Gouda, op den Bodegraafschen Straatweg 83 (Reeuwijk). Dit voor het onwaarschijnlijke geval, dat wij elkaar mis loopen. Ik zou je dit alles wel gezegd hebben, maar ik ben Woensdag niet ter vergadering. Tegelijk stuur ik je het boekje van Tai Aagen-Moro toe, waarover je allicht spreken wilt, want het is merkwaardig. En verder: pleizierige Pinkster en mijn groetenisse, zijnde tt F.C.
Op de brief noteert Ritters secretaris R.J. Beijers in slecht leesbaar potloodschrift Ritters gedicteerde antwoord: W vriend Zeer tot mijn leedwezen ben ik a.s. Zaterdag plotseling schikt het U samenkomst uit te stellen tot Zaterdag 8 dagen ik had mij er zeer op verheugd en daarom zou ik het ... [?] indien het u ... [?] uitgesteld zou worden ik zou het zeer op prijs stellen spoedig antwoord. |
|