Veelderhande schriftuerlicke nieuwe liedekens, vermaninghen, leeringhen, ghebeden ende lofsanghen
(1598)–Leenaert Clock– AuteursrechtvrijEen Ghebedt-Liedeken, Het CCxj. Liedeken.op de wijse van den 24. Psalm: De Aerd’ is onses Gods voorwaer, etc.Slecht ende recht bewaert my Heer,Ga naar margenoot+
In u weghen, tot uwer eer:Ga naar margenoot+
Sendt uwen Gheest met sijnen crachtenGa naar margenoot+
Op u Dienbstmaeght , een teere spruyt,Ga naar margenoot+
Dit ghy aennaemt tot eener Bruydt,Ga naar margenoot+
In uwen arm, seer sterck van machtenGa naar margenoot+
| |
[pagina 474]
| |
Ga naar margenoot+Aensiet, O Heer, mijn swacke ieucht,
Ga naar margenoot+Stiert doch ghestadich tot der deucht
Ga naar margenoot+Mijn hert, en moedt, en oock mijn sinnen,
Ga naar margenoot+Soo langhe ick leef int Aertsche dal,
Ga naar margenoot+Op dat ick u mach boven al
Ga naar margenoot+Van gheheeler herten beminnen.
Ga naar margenoot*En scheyt in my doch aldermeest
Ga naar margenoot+Eenen goeden willighen gheest,
Ga naar margenoot+Om te doen alleen u behaghen,
Dat ick het Ga naar margenoot† wesen Christi fijn
Mach toonen met daedt en met schijn,
Ga naar margenoot+Iae sijn jock mach met vreuchden draghen
Ga naar margenoot+Recht zijn u weghen allegaer,
Ga naar margenoot+En daer in en mach gheen sondaer
Wandelen, noch u, Heer, aenschouwen,
Daerom gheeft my een Ga naar margenoot‡ herte reyn,
Ga naar margenoot+Dat ick u goetheyt int ghemeyn
Ga naar margenoot*Mach sien, en daer in vast betrouwen.
Ga naar margenoot+Keert u tot my, niet langh en beyt,
Ga naar margenoot+Op dat ick mach met herten leyt
Ga naar margenoot+Mijn zonden biechten en beclaghen,
Ga naar margenoot+End’ ontfanghen eeuwighen troost,
Ga naar margenoot+Door u lief Kindt worden verloost,
Ga naar margenoot+Ghesont ghemaeckt van mijnen plaghen.
Ga naar margenoot†Een barmhertich ghemoedt my gheeft,
Ga naar margenoot+Dat ick mach, Heere, seer beleeft
Ga naar margenoot+Bewijsen vele charitaten,
Ga naar margenoot+Niet alleen aen mijn vrienden groot,
Ga naar margenoot+Maer oock mach bystaen in der noot,
Ga naar margenoot+Den ghenen die my swaerlijck haten.
Ga naar margenoot+Nae u groote gherechticheyt
Maeckt, O Heere, mijn hert bereyt
Ga naar margenoot+Met hongher, dorst, en groot verlanghen,
Ga naar margenoot+Op dat ick mach versadicht zijn
Ga naar margenoot+Met uwer melck en soeten wijn,
Ga naar margenoot+En s’Hemels broodt oock mach ontfangen.
Inwendich in mijn herte plant
Ga naar margenoot+Sachtmoedicheyt met uwer hant,
| |
[pagina 475]
| |
Lijdtsaemheyt, Heer, wilt my oock ghevenGa naar margenoot+
In allen dinck en teghenspoet,Ga naar margenoot+
Het coem dan hier suer ofte soet
In mijn jammerlijck corte levenGa naar margenoot+
Alsoo ghy zijt een Godt vreedsaem,
Soo gheeft my oock een hert bequaem,
Ga naar margenoot*Den vrede over al te soecken,
End’ hem te onderhouden vast,Ga naar margenoot+
O Heer, op al mijn weghen past,
Dat ick verschijne als de cloeckenGa naar margenoot+
Naer dese beed’ en claghe sanck,
Seggh’ ick u lieve Vader danck,Ga naar margenoot+
Ghy Godt mijns levens hoogh ghepresen,Ga naar margenoot+
Die ghy u teere Dienstmaecht slechtGa naar margenoot+
Die neder lach, hebt opghelecht,
En veel ghenaden my bewesenGa naar margenoot+
Salicheyt, eer en prijs altijdt
Zy onsen Godt, die ons bevrijdt
Heeft uyt des vyandts boose tandenGa naar margenoot+
Sijn glory end’ sijn Majesteyt
Woorde seer heerlijck uytghebreytGa naar margenoot+
Over al in de gantsche landen.
|
|