Veelderhande schriftuerlicke nieuwe liedekens, vermaninghen, leeringhen, ghebeden ende lofsanghen
(1598)–Leenaert Clock– AuteursrechtvrijHet Clvj. Liedeken.Op de wijse: Een Liedt eerbare. Ofte int walsch: L’amour de moy.Liefste bemintGa naar margenoot+
Van Godt nu uytvercoren,Ga naar margenoot+
Voor sijn lief KindtGa naar margenoot+
Van boven nieu gheboren,Ga naar margenoot+
Ghy hebt met vreuchtGa naar margenoot+
T’samen ons hert verheucht,
Door lieffelijcke sanghenGa naar margenoot+
Wilt oock in deuchtGa naar margenoot+
Dit Liedt van my ontfanghen.
V doch verblijtGa naar margenoot+
Om in het huys des HeerenGa naar margenoot+
Te gaen subijtGa naar margenoot+
Om sijn lof te vermeeren,Ga naar margenoot+
T’is s’Hemels Rijck,Ga naar margenoot+
Laet ons stellen ghelijck
In sijn poorten ons voetenGa naar margenoot+
Sonder beswijck
Wy dat vast hopen moetenGa naar margenoot+
Constich gheboutGa naar margenoot+
Is dese Stadt vol vreden,Ga naar margenoot+
Men onderhoutGa naar margenoot+
Daer al Hemelsche zeden
Godt daer regeert,Ga naar margenoot+
| |
[pagina 352]
| |
Ga naar margenoot+En hy wordt oock gheeert
Ga naar margenoot+Van sijn hemelsche scharen
Ga naar margenoot+Stadich begeert
Ga naar margenoot+Daer by oock te vergaren.
In u ghemoet
Ga naar margenoot+Climt op seer wel beraden,
Ga naar margenoot+Veel deuchden goet
Zijn die trappen en graden
Ga naar margenoot+Om Gods goetheyt
Ga naar margenoot+Sijn groote Majesteyt
Ga naar margenoot+Danckelijck te belijden,
Ga naar margenoot+Hier toe bereyt
Wilt zijn tiot allen tijden.
Anders bedacht
Ga naar margenoot+En mach tot hem ghenaken,
Ga naar margenoot+Dan sijn gheslacht
Ga naar margenoot+Als ghetuyghen der saken,
Tot gheener stont
Ga naar margenoot+En is in sondaers mondt
Het lof schoon noch ghepresen,
Ga naar margenoot+Dus wilt ghesont
In hoep en liefde wesen.
Want siet aldaer
Ga naar margenoot+Wordt het oordeel ghehouwen,
Ga naar margenoot+Christus voorwaer
Besit in goeder trouwen
Ga naar margenoot+Sijns Vaders Throon,
En sijn heylighen schoon
Sullen oock zijn verheven,
Ga naar margenoot+Elcken den loon
Ga naar margenoot+Nae sijner daedt te gheven.
In het ghebet
Wilt doch vyerich begeeren,
Dat u mach net
Brenghen tot hoogher eeren
Ga naar margenoot+Eeuwighen vre,
Ga naar margenoot+Te gaen int s’hemels ste,
Ga naar margenoot+Dit hebben die beminnen
| |
[pagina 353]
| |
Godt, en oock me4Ga naar margenoot+
Den Naesten in haer sinnenGa naar margenoot+
Laet vrede zijnGa naar margenoot+
In Ierusalems mueren,Ga naar margenoot+
Haer torrens fijnGa naar margenoot+
Versien tot elcker uren,
Want wie soo doet,
Behoudt den vrede soet,
Die wapens houdt in hoede,Ga naar margenoot+
Recht u ghemoet
Doch alle tijdt naer t’goede.
Lieflijck int slotGa naar margenoot+
Wensch ick u dit te samenGa naar margenoot+
Vrede van GodtGa naar margenoot+
Zy u allen met namenGa naar margenoot+
Aen het lichaemGa naar margenoot+7.
Oock als leden bequaem,Ga naar margenoot+
(Gheeft doch Heere der Heeren)
Dat wy’t deuchtsaemGa naar margenoot+
Beleven t’uwer eeren.
En in u huysGa naar margenoot+
Vreedsamich moghen woonenGa naar margenoot+
Onder u cruysGa naar margenoot+
Ons booghen en betoonenGa naar margenoot+
Maken bekentGa naar margenoot+
Dat ghy ons Heere bent,Ga naar margenoot+
In liefde te bewijsenGa naar margenoot+
Soo tot den ent
V onsen Vader prijsen.
Met uwe handtGa naar margenoot+
Wilt ons doch soo gheleyden
Naer t’Hemels landt,Ga naar margenoot+
In Ierusalems weydenGa naar margenoot+
Houdt ghy de wachtGa naar margenoot+
Voor de Dieren onsachtGa naar margenoot+
Die nae ons ziele gapenGa naar margenoot+
Dats in die nachtGa naar margenoot+
Ons doch niet en betrapen.
| |
[pagina 354]
| |
Slaet onser gae,
Comt ghy ons doch te baten,
Ga naar margenoot+ Op u ghenae
Ist dat wy ons verlaten,
Ga naar margenoot+ Vervult u werck
Ga naar margenoot+ In ons, en maeckt ons sterck
Ga naar margenoot+ Te doen u wel behaghen
Ga naar margenoot+ In s’Weerelts perck
Den tijdt van onsen daghen.
|
|