Veelderhande schriftuerlicke nieuwe liedekens, vermaninghen, leeringhen, ghebeden ende lofsanghen
(1598)–Leenaert Clock– AuteursrechtvrijEenen Lofsanck, Het Cliiij. Liedeken.op de wijse van den 68. Psalm: Staet op Heer, toont u onvertsaecht, etc.Laet ons loven met woorden schoonGa naar margenoot+
Den grooten Godt in s’Hemels throon,
En singhen allegader:Ga naar margenoot+
O ghy Ga naar margenoot* almachtich Godt en Heer,
| |
[pagina 346]
| |
Ga naar margenoot+V behoort alleen prijs en eer,
Ga naar margenoot+Lieve Hemelsche Vader,
Ga naar margenoot+Voor u, O Godt, verschijnen wy,
Ga naar margenoot+En buyghen oock de knyen vry,
Ons herten en begheeren
Ga naar margenoot+Reynicht doch, Heere, onsen mont,
Ons lippen en ons herten gront,
Ga naar margenoot+Dat wy u moghen eeren.
Ga naar margenoot+ En prijsen u tot aller tijt,
Want wy bekennen dat ghy zijt
Ga naar margenoot† Almachtich, overvloedich.
Ghenoechsaem vol van alle goet,
Ga naar margenoot+En gheen ander die sullicx doet,
Ga naar margenoot+Oft sy schoon zijn hooghmoedich
Ga naar margenoot+Ghy leeft altijdt en rengheneert,
Ga naar margenoot+Daerom wordt ghy met recht gheeert,
Ga naar margenoot+Billick souden u loven
Den Hemel en d’Aerdrijck gheheel,
En wat daer heeft leven en Zeel,
Ga naar margenoot+Op Aerden en daer boven.
Ga naar margenoot+Noch souden wy boven dit al,
V billick loven met gheschal,
Ga naar margenoot+Eer ende prijs op gheven:
Ga naar margenoot+Want ghy hebt ons gheschapen naeckt,
Ga naar margenoot+En nae uwen Beelde ghemaeckt,
Ga naar margenoot+Gheeft ons adem en t’leven:
En dat wy oock ghebruycken nu,
Dat comt ons altemael van u,
Ga naar margenoot+ Hebt ons uyt veel ellende
Ga naar margenoot+Deur Christus bloet diere ghecocht,
Ga naar margenoot+Van verrens seer nae by ghebrocht
Ga naar margenoot+ Ghelijck de wel bekende.
Ga naar margenoot+ Als wy waren in zonden doot,
Ga naar margenoot+ Holpt ghy ons, Heere, uyt der noot,
Ga naar margenoot+ Hebt ons van’t strick ontbonden,
Ga naar margenoot+ Vwen beminden lieven Soon
Ga naar margenoot+ Comende uyt des Hemels Throon,
Ga naar margenoot+ Dien ghy ons hebt ghesonden.
| |
[pagina 347]
| |
Gaeft hem over tot onsen troost,Ga naar margenoot+
Die heeft ons van der doot verloostGa naar margenoot+
Deur sijn lijden en stervenGa naar margenoot+
Tot sijn ghemeynschap in sijn Rijck
Beriept ghy ons, Heer, al ghelijck,Ga naar margenoot+
Boven veel dit bedervenGa naar margenoot+
Ga naar margenoot*Reyn hebt ghy ons ghewasschen claer
Van zonden, dat is openbaer,Ga naar margenoot+
Vergheven ons misdaden,Ga naar margenoot+
En wilt noch onse zonden quaetGa naar margenoot+
En overtreden vroech en laetGa naar margenoot+
Vergheven uyt ghenaden:Ga naar margenoot+
En daerom, O Godt, met bescheytGa naar margenoot+
Loven wy u met billicheyt
Loof alle CreatuerenGa naar margenoot+
Die ghy gheschapen hebt voorwaer,
Hier toe zijn wy te swack eenpaer,Ga naar margenoot+
T’is t’ghen’ dat wy betreuren.
Te onvolcomen rechte voort
Zijn wy, O Heer, (soo dat behoort)
Ghenoechsaem te verclaren,
Lof, eer en prijs, soo ghy zijt weert,Ga naar margenoot+
Daerom gheeft ons nae ons begheert,
V Hemelsche heyrscharen,Ga naar margenoot+
V Enghelen met haer cracht,
Die voor u staen dach ende nacht,Ga naar margenoot+
Te helpen met harer waerde,
En daer toe oock dat roert en sweeft,Ga naar margenoot+
Dat leven ende adem heeft
In nHemel ende AerdeGa naar margenoot+
Krachtich int wesen onvertsaeght
Te doen, O Heer, dat u behaeght,
Dat dees ons helpen prijsen,Ga naar margenoot+
Loven en dancken heel bequaem,
Ghebenedijen uwen Naem,
En u eere bewijsen:Ga naar margenoot+
Ghy die daer sit in uwe ste,Ga naar margenoot+
Een Ga naar margenoot* Heylich, Heylich, Heylight
| |
[pagina 348]
| |
Ga naar margenoot+Godt boven alle Goden,
Ga naar margenoot+Vol word’ de Aerd’ van u goetheyt.
Ga naar margenoot+En van uwe gherechticheyt,
Ga naar margenoot+Naer u heyl’ghe gheboden.
Ga naar margenoot+Laet doch, Heer, niet te schanden gaen,
Ga naar margenoot+Dus die ghy hebt ghenomen aen,
En hebt ons uytvercooren,
En uwen wil gheopenbaert,
Den hebben wy (het dient verclaert)
Ga naar margenoot+Niet ghedaen naer’t behooren,
Ga naar margenoot+Maer ghesondicht, dickwils ghefaelt,
Ga naar margenoot+Veel zonden over t’hooft ghedaelt,
Ga naar margenoot+Wilt onser doch ontfermen:
Ga naar margenoot+Scheldtse ons uyt ghenaden quijt,
Ga naar margenoot+O goede Godt ghebenedijt
Ga naar margenoot+Verhoort ons deerlijck kermen.
Om onsent wil aosii’t betaemt,
Ga naar margenoot+Wordt ghy een goedich Godt ghenaemt,
Ga naar margenoot+Als ghy vergheeft ons zonden,
Ga naar margenoot+Die groot zijn ende menichfout,
Ga naar margenoot+Waer in wy zijn gheweest te stout
Ga naar margenoot+Met veel ijdele vonden:
Ga naar margenoot+O Heere Godt, vergheeft ons doch,
Ga naar margenoot+Dat wy handelden met bedroch
Vwe kinder ghepresen,
Ga naar margenoot+Behoedt voor alle zond’ en schandt,
Ga naar margenoot+Waer datse woonen in het landt,
Wilt haer ghenadich wesen.
Ga naar margenoot+Comt te helpen, gheeft ons en hart
Ga naar margenoot+Een ghehoorsaem herte daer naer,
Ga naar margenoot+Vervult met uwen Gheeste,
Ga naar margenoot+Oprecht wijsheyt en verstandt
Ga naar margenoot+Om te houden des vredens bandt,
Willich int minst en t’meeste:
Ga naar margenoot+Ghedenckt, Heer, die’t, die zijn swack,
Ga naar margenoot+En die nu lijden onghemack
Ga naar margenoot+Om uwen Naem alleyne,
Die den uwen lijden aendoen,
| |
[pagina 349]
| |
Vergheeft hen hare zonden coen,Ga naar margenoot+
Sy wetent niet ghemeyneGa naar margenoot+
Knechten, O Heer, nae uwen sin,Ga naar margenoot+
Seyndt ons dat sy doen groot ghewisGa naar margenoot+
In uwen Oogst voorhanden,Ga naar margenoot+
Voor valsche leere ons bewaert,Ga naar margenoot+
Den Coninghen seer hoogh vermaert,Ga naar margenoot+
Vorsten in alle landen:Ga naar margenoot+
Weest ghenadich, verstandt haer gheeft,
En die daer nu in nooden leeft,Ga naar margenoot+
Arm, ellendich verlaten:
Verlaetse niet, t’is ons ghebet,
En ons begeeren, hier op let,
O Heer, comt haer te baten.
Ghy gheloovighe int ghemeyn
Heft op u hert en handen reyn,Ga naar margenoot+
Alleluya wilt singhen,
Hem is, was, en comen sal,Ga naar margenoot+
Prijst den Name lief ghetalGa naar margenoot+
Des Scheppers aller dinghen:Ga naar margenoot+
Lof, eer en prijs, en Majesteyt
Zy onsen Godt in eeuwicheyt,
Van ons alle te samen:
In sijnen Naem vergadert hier,Ga naar margenoot+
Ellick singh nu seer goedertier
Loflijck met vreuchde, Amen.
|
|