Veelderhande schriftuerlicke nieuwe liedekens, vermaninghen, leeringhen, ghebeden ende lofsanghen
(1598)–Leenaert Clock– AuteursrechtvrijEen Ghebedt ende danck-Liedeken, Het Cxlvj. Liedeken.op de wijse: Mijn Ziel en mach gheenen troost ontfaen.Loven wilt doch, O ziele mijn,Ga naar margenoot+
Den grooten Godt verheven,
Alle crachten die in my zijn,
Wilt hem den prijs doch gheven,
Die door sijn goetheyt seer beleeft
| |
[pagina 330]
| |
Ga naar margenoot+V naer sijn Beeldt gheschapen heeft,
Ga naar margenoot+Tot den eeuwighen leven.
Ga naar margenoot+Iae, en doe ick door zonden doot
Lach in d’eeuwich versmooren,
Van aller deuchden Ga naar margenoot† naeckt en bloot,
Met der Weerelt verlooren,
Ga naar margenoot+Verduystert en gheheel verblent
Maeckte hy my sijn Woordt bekent,
Ga naar margenoot+Mijn clacht deed’ hy verhooren.
Ga naar margenoot+Seer lieffelijck hy my ontfinck
Voor sijn Kindt Nuyt ghenaden,
Ga naar margenoot+En gaf my eenen vingher-rinck,
Ga naar margenoot+Leydde my in sijn paden,
Ga naar margenoot+En beloefde by my te staen
Waer ick ginck op de rechte baen,
Ga naar margenoot+Daer woud’ hy my beraden.
Bleven is hy Ga naar margenoot† ghetrou, oprecht,
En heeft my noyt verlaten,
Want hoewel mijn verstandt was slecht,
Quam hy my steedts te bbaten,
En heeft my in mijn swaer propoost,
Seer dick en menichmael verloost,
Van die mmijn ziele haten.
En of my somwijlen misriet
Dat ick schier moest vertsaghen,
Soo heeft hy my verlaten niet
Ga naar margenoot+Tot in mijn oude daghen,
Ga naar margenoot+Als my aencomt menighen strijdt,
Helpt hy my overwinnen wijdt
Naer sijn goet wel-behaghen.
Ga naar margenoot+Troost my nu voort // mijn Godt mijn Heer,
Tot ick aem’t eynd’ sal comen,
Ga naar margenoot+Wilt my verlaten nemmermeer,l
Vergaert my by de vromen:
En als ick sal scheyden van hier,
Dat ick dan mach seer goedertier
By u zijn opghenomen.
Soo langh ick hier noch blijven moet
| |
[pagina 331]
| |
In dit dal vol ellenden,Ga naar margenoot+
Soo houdt my doch in u behoet,
En wilt Heer in my sendenGa naar margenoot+
Tot troost ws heylighen Gheestes cracht
Die my regi[...] dach en nacht,Ga naar margenoot+
Wilt u soo tot my wenden.
Ist dat ghy my nu, Heere, gheeft
Al dese groote dinghen,
Soo sal ick al wat roert en leeft
Beweghen tot lofsinghen,Ga naar margenoot+
En oock by ymy de Christen schaer,
Dat sy dan op uwen AltaerGa naar margenoot+
Reyn Ga naar margenoot† offerhanden bringhen.
Gantsch wel gemoedt, zijnde Ga naar margenoot‡ verheucht
Comt vrienden al met namen,
Laet ons doch nu loven met vreucht
Onsen Godt naer’t betamen,
Ghebenedijdt hem doch met my,Ga naar margenoot+
Segt: Eer en gelory u zyGa naar margenoot+
Van ons alle te samen.
Eeuwighe prijs u toebehoort,Ga naar margenoot+
Het Aerdrijck onverschoven
Dat ghy ghemaeckt hebt door u woordt,
En den Hemel daer boven,
En wat daer roert en leeft voorwaer
Moet u mer de Enghelsche schaer
Billick dancken en loven.
Soo wil ick dan mijn saken nu,
Als ghy my hebt verstanden,
Bevelen laet mijn hert tot u
Voort in der liefden branden:Ga naar margenoot+
En als mijn reys’ gheeyndicht is,
Soo neemt doch mijn ziele ghewis,
O Heer, in uwe handen.
|
|