Veelderhande schriftuerlicke nieuwe liedekens, vermaninghen, leeringhen, ghebeden ende lofsanghen
(1598)–Leenaert Clock– AuteursrechtvrijHet Cxix. Liedeken.Op de wijse: Ick moet u clagen Venus Dieren, etc. ofte: Wilt nu verjubileren.Iuygcht vrienden, met manieren,Ga naar margenoot+
Die hier vergadert zijn,
Want Christus goedertieren
Schinckt ons den soeten wijn:Ga naar margenoot+
| |
[pagina 266]
| |
Om ons te laven fijn
Die wy waren bedorven
Door des Satans fenijn,Ga naar margenoot+
Ga naar margenoot+Hy is voor ons ghestorven.
Ga naar margenoot+Als wy waren onmachtich
Door onse zonden groot,
Ga naar margenoot+Half doot, niet levenachtich,
Holp hy ons uyt der noot
Ga naar margenoot+Met sijnen bloede root,
Hy goot in onse wonden
Oly en Wijn devoot,
Ga naar margenoot+Soo heeft hy ons verbonden.
Neemt waer, en wilt versinnen
Ga naar margenoot+Hoe verr’ wy zijn gheweest,
Ga naar margenoot‡Van buyten en van binnen
Verdorven aldermeest,
Gods Soon die ons Ga naar margenoot* gheneest
Is van den Hemel comen,
Om ons in dit Foreest,
Ga naar margenoot+En heeft ons opghenomen.
Ga naar margenoot‡Nam aen hem wel beraden
Ga naar margenoot+Eens Knechts ghestalot voorwaer,
Hy liet hem seer versmaden
Ga naar margenoot+En word’ ons Mjiddelaer:
Brocht ons int openbaer
Ga naar margenoot+In sijn huys uytghelesen,
Op dat wy souden daer
Ga naar margenoot+Oprecht worden ghenesen.En als wy naer’t behooren
Ga naar margenoot+Souden zijn recht ghesont,
Ga naar margenoot+Soo kinder nieu ghebooren,
Als dan van herten gront
Ga naar margenoot+Hem dienen t’aller stondt
Ga naar margenoot+In een heylich nieu leven,
Ga naar margenoot+Naer sijn heylich verbondt
Ons ledekens begoeven.
Ga naar margenoot+Gantsch recht laet ons beproeven
Of wy hebben ghedaen
| |
[pagina 267]
| |
Dat wy te doen behoeven,Ga naar margenoot+
Ga naar margenoot†Sal onse saeck bestaen
Eer ons eynde comt aen,Ga naar margenoot+
Ga naar margenoot‡Het Oordeel wordt ghehouwen,
T’sal rechtveerdich toegaen
Over Mannen en Vrouwen.
Ey dat wy dit bedochten,
En richtten onsen ganck,Ga naar margenoot+
Terwijlen wy’t vermochten
Dit corte leven lanck,Ga naar margenoot+
En elck een als een tanck
In Christo int omringhen,
Mocht den Vader tot danck
Edele vruchten bringhenGa naar margenoot+
Naer liefde Ga naar margenoot‡ laet ons haken
Int herte zijn Ga naar margenoot† verheucht,
Vreedsaem voor alle saken,Ga naar margenoot+
Lanckmoedich wel vermeuchtGa naar margenoot+
Vriendelijck tot der deucht,Ga naar margenoot+
Goetheyt, Ga naar margenoot” gheloove dadich,
Sachtmoedich int ghereycht,Ga naar margenoot+
En matich wel beradichGa naar margenoot+
Domini in ons ledenGa naar margenoot+
Alsoo Gods Gheest perfeckt,Ga naar margenoot+
Van boven tot benedenGa naar margenoot+
Int leven Ga naar margenoot† onbevleckt,
Wie’t licht hier soo ontsteckt,Ga naar margenoot+
Neerstich naer Gods behaghen,
Sal naemaels onverschreckt
Een Croon der eeren draghenGa naar margenoot+
Cussen sal hem de HeereGa naar margenoot+
Met sijnen vrede soet,Ga naar margenoot+
Heer, tot uwes Naems eere,
Ons hier in bystandt doet:Ga naar margenoot+
Neemt ons in u behoet,Ga naar margenoot+
Wy zijn seer cleyn van crachten,
T’is van u, Vader goet,
Dat wy hulpe verwachtenGa naar margenoot+
|
|