Veelderhande schriftuerlicke nieuwe liedekens, vermaninghen, leeringhen, ghebeden ende lofsanghen
(1598)–Leenaert Clock– AuteursrechtvrijHet xciiij. Liedeken.Op de wijse: Comt hier tot my, spreeckt Godes Soon, ofte: Gheen meerder vreuchd’ op Aerden en is.Geen noodigher vindt ghewis,
Dan die met Godt te vreden is,Ga naar margenoot+
Dat hy mach trou volherden,Ga naar margenoot+
En dient hem soo van herten grondt,Ga naar margenoot+
En oeffent hem in sijn verbondtGa naar margenoot+
Soo langh’ hy leeft op erdenGa naar margenoot+
Recht daer nae u hert’ en ghemoet,Ga naar margenoot+
Dinckt hoe Godt met sijn hulpe goetGa naar margenoot+
V heeft gaen openbarenGa naar margenoot+
Den claren schijn, sijn heylich woort,Ga naar margenoot+
Doe ghy tot Babel laecht versmoort,Ga naar margenoot+
Ga naar margenoot†Verblindt, hoort dit verclaren
Druck over druck was voor de handt,
Te blijven Ga naar margenoot‡ in het woeste landt,
Maer hy quam u te baten,
Die den sijnen altijdt bystaetGa naar margenoot+
In aller noot. hoe dat het gaet,Ga naar margenoot+
En heeft u niet verlatenGa naar margenoot+
Ydel en ledich over alGa naar margenoot+
Hebt ghy ghestaen int jammer dal
Voorwaer tot elcker stonden
Mismaeckt van zonden groot en cleyn,Ga naar margenoot+
Daer in Adams kinder ghemeynGa naar margenoot+
T’samen worden bevondenGa naar margenoot+
Ende u brocht tot hier toe voort,Ga naar margenoot+
Wiesch u door’t Waterdal int woort,Ga naar margenoot+
Met sijnen roeden bloedeGa naar margenoot+
Cocht hy u uyt s’vyandts ghewelt,
Heeft u nu in sijn huys ghestelt,Ga naar margenoot+
Houdt over u nu hoedeGa naar margenoot+
| |
[pagina 212]
| |
Ga naar margenoot+Beelden noch offerhanden saet
Ga naar margenoot+Nae de Wet voor de zond’ ghedaen,
Gheensins ons baet en dede,
Ga naar margenoot+Christus Gods Soon aent Cruys voorwaer
Ga naar margenoot+Ghestorven met tormenten swaer,
Ga naar margenoot+Verwerf ons rechten vrede.
Ga naar margenoot+Hy en maeckte gheen onderscheydt,
Ga naar margenoot+Maer neemt aen, elcken wel bereydt,
Ga naar margenoot+Hier toe zijt ghy ghecomen
Ga naar margenoot+Als kinder Gods uyt liefde fijn,
Ga naar margenoot+Die nu met Godt vereenicht zijn,
Ga naar margenoot+In sijn huys opghenomen.
Ga naar margenoot+By sijn tafel zijt ghy gheset,
Ga naar margenoot+Daer men het broodt der Engh’len eet,
Ga naar margenoot+En van het Kalf ghesleghen:
Ga naar margenoot+Daer men den nieuwen wijn nu drinckt,
Den Christus Iesus selve schinckt,
Ga naar margenoot+Ghelijck de dienaers pleghen.
Ga naar margenoot+Prijst en belijdt in sijnen Naem,
Ga naar margenoot+Seght, Heere maeckt ons doch bequaem,
Ga naar margenoot+Gheeft ons hier te verwinnen:
Ga naar margenoot+Voor Satans list behoedt ons doch,
Ga naar margenoot+Sterckt ons in uwe waerheyt noch,
Ga naar margenoot+Om u recht te beminnen.
Iae lieve Heer, maeckt ons perfeckt,
Ga naar margenoot+Ghy weet hoe veel ons noch ontbreckt,
Ga naar margenoot+Ons kranckheyt wilt ghenesen
Ga naar margenoot+Door uwen Soon, die ons beriedt,
Ga naar margenoot+Vwe handt stadelijck ons biedt,
Ga naar margenoot+Leydt ons int Hemels wesen.
Niet Heer en wijckt, Ga naar margenoot† maer staet ons by
Ga naar margenoot+Helpt ons door dese woesteyn,
Waer door wy moeten treden
Als Ga naar margenoot‡ Pelgrims, dennen verlanght,
Tot dat ghy ons haest eens ontfanght
Ga naar margenoot+In u ruste met vreden.
Christe, aen u houden wy vast,
Ga naar margenoot+Ghy Soon Gods, die ons hebt ontlast,
| |
[pagina 213]
| |
En van zonden ontladen,Ga naar margenoot+
Ter rechter handt ws Vaders wijt,Ga naar margenoot+
Aldaer ghy ons versoender zijt,Ga naar margenoot+
Wilt ons voortaen beraden.
Keert u ghenade nemmermeer
Van ons, want wy zijn swack en teer,
In u handt staet ons machte,
Wilt ghy (O lieve Heer) ghy meuchtGa naar margenoot+
Ons herte stueren tot der deucht,
Door uwe stercke crachte.
|
|