Veelderhande schriftuerlicke nieuwe liedekens, vermaninghen, leeringhen, ghebeden ende lofsanghen
(1598)–Leenaert Clock– AuteursrechtvrijHet lxxxviij. Liedeken.Op de wijse van den 42. Psalm: Als een Hert ghejaecht, O Heere, etc.Ghy al die lust hebt te leven,Ga naar margenoot+
En wenscht goe daghen te sien,Ga naar margenoot+
Wilt u tot vrede beghevenGa naar margenoot+
Als Gods lieve kinders fijnGa naar margenoot+
Soeckt hem doch, end’ jaecht hem nae,Ga naar margenoot+
Dat ghy niet en comt te spae
Met den vijf onwijse Maeghden,Ga naar margenoot+
T’viel veel te laet dat sy seer claeghden.
Reyn liefde heeft ons bewesenGa naar margenoot+
Godt in Christo sijn lief Kint,Ga naar margenoot+
Op dat wy souden naer desenGa naar margenoot+
T’samen oock soo zijn ghesint,Ga naar margenoot+
Dienen hem soo nacht en dach,Ga naar margenoot+
Dus een ellick wat hy machGa naar margenoot+
Verlaet doch den Satans zedenh,Ga naar margenoot+
En gheef hem met Gods volck in vredenGa naar margenoot+
Iaecht daer nae uyt al u crachtenGa naar margenoot+
Tot dat ghy hem vindt perfeckt,Ga naar margenoot+
Wilt niet op d’onwijse achtenGa naar margenoot+
Elck sie toe wat hem ghebreckt,Ga naar margenoot+
Eer het licht wordt uytgheblustGa naar margenoot+
| |
[pagina 196]
| |
Ga naar margenoot+Soeckt waer ghy meucht hebben rust,
Nae Gods wil end’ welbehaghen,
Ga naar margenoot+De liefde can all’ dinck verdraghen.
En wilt u doch met beswaren,
Ga naar margenoot+Maer wilt neerstich comen voort,
Daer Gods kinderen vergaren
Om te hooren Godes woort,
Ga naar margenoot+Op dat ghy meucht zijn ghesticht,
Van swackheyt worden verlicht,
Ga naar margenoot+Onbeswaert van Menschen vonden,
Ga naar margenoot+Wel die dit nu te recht doorgronden.
Ga naar margenoot+Tot eenen teecken warachtich
Der liefde van dit ghetal,
End’ oock des vredens aendachtich
Ga naar margenoot+Lieflijck men u kussen sal:
Ga naar margenoot+Vrede wordt u toegheseyt
Ga naar margenoot+Door Christum, hoort dit bescheyt,
Ga naar margenoot+In wiens Naem ghy u liet doopen,
Om dat ghy in Godt vast soudt hoopen.
Ga naar margenoot+Heylich end’ rechtveerdich mede
Ga naar margenoot+Te leven u leven lanck:
Ga naar margenoot+Onstraffelijck in den vrede,
Ga naar margenoot+Heerlijck, als een vruchtbaer ranck,
Ga naar margenoot+Ghy die dit nu hebt ghesmaeckt,
End’ zijt tot vreden gheraeckt,
Ga naar margenoot+Verheucht en wilt doch verblijden,
Ga naar margenoot+Wijst haer te recht, die gaen bezijden.
Ga naar margenoot+In des Heeren Lusthof schoone
Zijnde weder ingheplant,
Ga naar margenoot+Om t’ontfanghen vollen loone,
Ga naar margenoot+Biedt malcandren doch de handt,
Seght tot elcken Mensche saen:
Ga naar margenoot†Comt end’ laet ons t’samen gaen
Ga naar margenoot+Op s’Heeren bergh hoogh met namen,
Ga naar margenoot+End’ leven in vrede te samen.
Ga naar margenoot*End’ laet u doch niet beletten,
Ga naar margenoot+Menschen troosy is haest ghedaen,
Ga naar margenoot+Maer die haer vreedsamich setten,
| |
[pagina 197]
| |
Sullen voor den Heer bestaen,
Eenen dach niet en vertoeftGa naar margenoot+
Die Gods gaef hebben gheproeft,Ga naar margenoot+
T’moet anders zijn, om verschijnenGa naar margenoot+
Voor Godt, ende ontgaen der pijnen.
Niet en neemt in u ghedachtenGa naar margenoot+
Dan t’woordt Gods u leert eenpaer,
Voor t’vermeyden wilt u wachten,Ga naar margenoot+
Die daer segghen openbaer:
Dat de Mensch niet en vergaet
‘Die in gheen Ghemeynte staet,
Ga naar margenoot‡Het zijn al Satans practijcken,
Wel haer, die sulcke leere wijckenGa naar margenoot+
Van den Hemel hoogh hier boven,Ga naar margenoot+
Is ons Gods waerheyt gheleert,Ga naar margenoot+
Niemandt laet hem dat beroven,Ga naar margenoot+
Elck een doe wat Godt begheert,Ga naar margenoot+
Hy wil dat sijn volck ghelijck,Ga naar margenoot+
Eenich zy in sijnen Rijck:
En neerstich zijn met betrouwen,Ga naar margenoot+
Sulck eenicheyt t’onderhouwenGa naar margenoot+
Loon sal een ellick ontfanghenGa naar margenoot+
Daer nae dat hy heeft gheleeft,Ga naar margenoot+
En Christo is nae gheganghen,Ga naar margenoot+
Soo hy voor gheganghen heeft,Ga naar margenoot+
Sijn ghemeynschap niet verlaet,Ga naar margenoot+
T’is teghen des Heeren raedt,
Men moet houden zijn gheboden,Ga naar margenoot+
Dat is alle Menschen van nodenGa naar margenoot+
God geef u die Ga naar margenoot† croon te winnen,
Beyd’ te samen, jonck end’ oudt:
Houdt het doch in u versinnen
Dat u de Heere heeft betrout,Ga naar margenoot+
Ghy zijt steedts in mijn ghedacht,Ga naar margenoot+
Int ghebiedt houdt goede wacht,Ga naar margenoot+
En bidt den Heer der heyrscharen,Ga naar margenoot+
Dat wy moghen in vreuchd’ vergarenGa naar margenoot+
|
|