Veelderhande schriftuerlicke nieuwe liedekens, vermaninghen, leeringhen, ghebeden ende lofsanghen
(1598)–Leenaert Clock– Auteursrechtvrij[Als ick tot u ben comen]Op de wijse: Ick clam op eenen Boom, etc.Als ick tot u ben comen
Wt Broederlijcken aert,
En heb aldaer vernomen
Hoe dat ghy waert vergaert
Als kinderen Gods die te samen saten.
Niet heb ickt connen laten
Wtg liefden die my dranck,
V oock in goeder maten
Te dichten desen sanck,
Dat ghy hem in der vreesen Gods soudt singhen.
| |
[pagina 30]
| |
Noch neerstigher volbringhen
Dan ghy oyt hebt ghedaen,
Gods wil, voor alle dinghen
Soo ghy hem hebt verstaen,
Want uyt ghenade is het u ghegheven.
Ga naar margenoot+Een onverganckelijck leven
Is nu voor u bereyt,
Maer ghy moet vast aencleven
Hem die’t heeft toegheseyt,
Hoept vast op hem, sijn woorden zijn waerachtich.
Kent ghy den Heer almachtich,
Soo houdt vast sijn verbondt,
Ghy zijt noch wel ghedachtich
Wat ginck uyt uwen mondt,
Doe ghy u knyen hebt voor Godt gebogen.
Ga naar margenoot+En hebt naer u vermoghen
V selven gantsch versaeckt,
Ga naar margenoot+En Christum aenghetoghen,
Want anders waert ghy naeckt
En bloot, en moest comen eeuwich tot schanden
Neemt nu in uwen handen
Ga naar margenoot+Naer Paulus goeden raedt,
Heylighe Offerhanden,
Siet dat ghy’t niet en laet,
V Ziel en lichaem offert hem met namen.
Met uwen lichaem t’samen
Ga naar margenoot+Dient hem nu onbesmet,
Ghy hebt den Christen namen,
Hier op wel neerstich let,
En wilt hem nu doch niet vergeeflijc dragen.
O liefste, u behaghen
Ga naar margenoot+In dees Weerelt niet stelt,
Op Vrienden ende Maghen,
Oock niet op goedt noch ghelt,
Ga naar margenoot+Maer in den Hemel hebt steets u verlangen.
Loon sult ghy daer ontfanghen
Met Gods kinderen cloeck,
Ga naar margenoot+Verblijden u met sanghen,
| |
[pagina 31]
| |
Soo ghy in s’levens BoeckGa naar margenoot+
Tot aen het eynd’ ws levens geschreven.
|
|