Briefwisseling
(1938)–Willem de Clercq, Isaäc da Costa– Auteursrecht onbekend
[pagina 44]
| |
onbetuigd laten. Mochten die trage handen en slappe knieën bij mij maar wat gesterkt worden. Want wat hebben de armen aan onze inzichten? Nu ik heb eene hoop! - Doch in het geheel moet er meer gezorgd worden voor dat gedeelte der maatschappij geestelijk en tijdelijk. - Ik zou wenschen het gemeenschappelijke daarin schoon niet genootschappelijk. Geregeldheid, maar geene organisatie. De liefde moet dwingen en dan zal het ook aan geene wijsheid ontbreken!’ |
|