Nogmaals de heiligmaking.
6.2.1836
‘Ik geloof met U, dat wij het over het punt van de heiligmaking thans volkomen eens zijn, en aangaande de personen lost zich het verschil van inzicht, voor zooverre dit bestaat, in den biddenden wensch van beiderzijde op, dat wij allen, kan het zijn, nog eenmaal in de ware eenheid des geloofs mogen staan en de liefelijkheid daarvan ondervinden niet tot bloot genot, maar in kracht.’