Verzekerdheid van gemeenschappelijke roeping.
19.11.1835
‘Ja verkwiklijk was die zamenkomst weder van gisteravond. Mij was zij in het bijzonder tot verfrissching te midden van mijne eenigszins afgetrokken levenswijze. Kenlijk deed ons de Heere de leiding zien van dit werk. Wat uit Hem is kenmerkt zich toch, zoo al niet altoos even klaar bij tijden en gelegenheden op eene onmerkbare, dikwerf onuitsprekelijke wijze. Ik mag nogal veelal verzekerd verkeeren, omtrent onze gemeenschaplijke roeping, te midden van zoo vele andere schuddingen en donkerheden.’