Particuliere bidstonden.
5.12.1830
‘Ik ruile nog (zoudt Gij het gelooven?) den toestand van Neerland, (en hetzelfde zeg ik met nadruk van Oranje, bij name van den diep vernederden Prins) gelijk die thands is niet, bij het geene te dezen opzichte bestond voor de uitbreking van den opstand. Het is nu de tijd der gisting, der bewerking, der voorbereiding; de resultaten zijn ophanden. Geestelijke onderscheiding is noodig in alle dezen, en een gedurig gebed, waartoe ons de Heere verwaardige! Wat zegt gij van het artikel in de Bredasche Courant over de particuliere bidstonden? Wij hebben hier ook zedert eenige weken den Zaterdagavond van 7 tot 8 uren begonnen af te zonderen tot dat einde. Deze verborgene geestelijke gemeenschap kan zeer gezegend zijn. De Heere geve de wasdom in en over alles.’