De zware kroon(1915)–René de Clercq– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 11] [p. 11] De volkeren hollen De volkeren hollen in 't zwart gevecht. De menschen, de menschen, Lijken daarbij zoo klein, zoo slecht. Ze hebben geen God, ze hebben geen recht. De volkeren dooden de menschen. De kerken roepen: uw zegen, Heer. De kristnen, de kristnen, Kussen hun kroost en grijpen 't geweer. Ze vallen of vellen een broeder neer. De kerken dooden de kristnen. Vrede heet heilig, de vreedzame laf. En kruisen, en sterren, Als blaren ten herfsttijd regenen ze af, Een kruis op een borst, een kruis op een graf. De aarde is zoo dof in de sterren! Vorige Volgende