De noodhoorn(1916)–René de Clercq– Auteursrecht onbekendVaderlandsche liederen Vorige Volgende [pagina 58] [p. 58] De zonnen. Ik staarde in de groote, roode zon, Zoo strak, zoo diep ik kon; En overal, waar ik nu keek, Zag ik zonnen, vaal en bleek. Er danste uit ieder ding Een donkere, dreigende kring, Op den grond, op den muur, op de lucht, Een weemlende zonnevlucht. Ze spritsten uit mijn oog, En bleven op mijn hart. De laatste, die ik zag, hing hoog, En zwart. Vorige Volgende