De noodhoorn(1916)–René de Clercq– Auteursrecht onbekendVaderlandsche liederen Vorige Volgende [pagina 40] [p. 40] Heerschzuchtigen. Heerschzucht'gen, die Vrede uit uw harten sluit, Dus spreken de Volkren uw vonnis uit: Gehuicheld, ontheiligd uw liefde voor recht, De leus die gij roemt, de bee die gij zegt! Is uw heil ons heil, uw nut ons nut? Zijt ge zout in ons brood of een staak in onz' hut? Wat dienst is uw dienst en wat hebt gij gedaan Om te vergen ons bloed en met honger te slaan? Gij zaait noch gij maait en gij slaapt in den oogst; Toch wolken te winter uw schouwen het hoogst, Toch perst gij den wijn in het schallende huis Der weelde. Den Heere laadt gij een kruis Op den rug, en draagt er een, knechts, op uw borst. Uw zolen zijn rein en uw zielen bemorst. En leiden ons, gij, die geen wegen ziet? Heerschzuchtigen, gaat; wij kennen u niet. Vorige Volgende