Gedichten(1911)–René de Clercq– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 181] [p. 181] De zwingel. Roef, roef! de winter waait! Roef, roef, de zwingel draait! Een krote plakt aan 't muurke van 't witsneeuwde ovenbuurke. Roef, roef! de zwingel draait zoo droef. Roef, roef! rep been en arm! Roef, roef! ons volk is arm! Mijn vader heeft gezwingeld; zijn hand met bloed gesingeld. Roef, roef! de zwingel draait zoo droef. Roef, roef! mijn vaders stem! Roef, roef! ik vlieg tot hem! Mijn doode vader, vrede; uw zoon verstaat uw bede. Roef, roef! de zwingel draait zoo droef. Vorige Volgende