Gedichten(1911)–René de Clercq– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 160] [p. 160] Holleke-piep. Toe, mijn aardig molleke, diep! In uw donker holleke, piep! Ruk noch doek noch deken af, Of ik kom en straf. Steek in 't krullend haarke Knippende mijn schaarke; Zet op 't kriekend wangske, Vingers tot een tangske; Scheur uw mondje, als rozenpluk, Met mijn stoute lippen stuk. Ventjen, om te stelen, Droom maar van uw spelen; Moeder, aan uw beddeken, Droomt van uw geluk. Vorige Volgende