Gedichten(1911)–René de Clercq– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 120] [p. 120] Geen lachje kan mijn lijden sussen. Geen laçhje kan mijn lijden sussen, Geen lachje mild. Ik wil het op uw mond uitkussen, Almachtig-wild! Dan zal ik gaan mijn verre gangen, In heilgen vreê; En dragen liefde en liefdelangen In 't harte meê. De winter zal zijn weedom waaien In 't kranke bosch; En, zuchtend, gele blaren zaaien Op 't grauwe mos. Dan zal ik klagen in die klachte Mijn liefdelied; En gij zult weenen bij het zachte: Vergeet-mij-niet! Weer zullen zomernachten zingen Met stille stem. En gij zult van den bedde springen: Daar hoor ik hem! Dan zal ik komen en u vinden Vóór uwe deur; En bloemen in uw haren winden Vol kussengeur. Vorige Volgende