M.
marmelade. Zie kwee-vlees.
mosselen is een zeer gemeene Schulpvis, die langachtig, aan den enen kant spitsachtig, aan den anderen rond is.
Men eetze, of raau met Azyn, of Limoen-sap, en Peper; of baktze in haar eigen nat in een Pan, tot dat ze zyn opgegaan onder een gedurig roeren; of kooktze in een Ketel met Water en Zout, tot dat ze overkoken; en eetze met een Zuursous met Peper, of een Uijen-saus.