Pinokkio in Afrika (ca. 1930-1940 )–E. Cherubini– Auteursrecht onbekend Inhoudsopgave I Hoe het kwam, dat Pinokkio op dien zekeren dag en nog vele dagen daarna zich niet op school vertoonde. II Pinokkio ziet, hoe een lange stoet door alle straten van de stad trekt en daarna de groote tent weer binnengaat onder de geestdriftige toejuichingen der menigte. III Eerste groote toespraak van den Directeur van de Tent. Pinokkio's schrik, als hij - zonder het te willen - in de kooi van de wilde dieren terecht komt. IV Tweede toespraak van den Directeur van de Tent. Pinokkio sluit vriendschap met de wilde dieren en geeft ze wat te drinken. V Levendig gesprek tusschen Pinokkio en de wilde dieren; zijn besluit, naar Afrika te gaan. VI Pinokkio denkt er over, de wilde dieren van dorst te laten omkomen, maar als de emmer vol is, gaat hij toch naar de kooi terug. VII Derde lange toespraak van den Directeur, waarbij het publiek hem uitfluit, terwijl Pinokkio afscheid neemt van de wilde dieren. VIII Pinokkio keert naar huis terug, waar hij een fijnen avondmaaltijd vindt, en met veel eetlust toetast; maar 's nachts slaapt hij heel slecht. IX Pinokkio komt een koopmannetje met dadels tegen en als hij er een geproefd heeft, vertrekt hij overhaast naar Afrika, zonder zijn vader er ook maar een woord van te zeggen. X Pinokkio zwemt den ganschen nacht door, totdat hij zijn hoofd tegen een rots stoot; dan valt hij in slaap, en slaapt den heelen dag door. XI Pinokkio's eerste dag in Afrika; hem overkomen ongelooflijke dingen. XII Hoe Pinokkio feestelijk in Afrika wordt ontvangen; de eerste lasten van het beroemd-zijn. XIII Pinokkio gaat de gaarkeuken binnen en eet er wat, maar daar hij geen geld heeft om de rekening te betalen, wordt hij eerst door zwarte veldwachters opgepakt, maar later weer losgelaten. XIV Hoe Pinokkio van den rang van Excellentie afdaalde tot dien van knecht in een gaarkeuken. XV Pinokkio als waterverkooper en wat hem overkomt op zijn tocht door de stad. XVI Wilde tocht van Pinokkio, zittend op den rug van een hond, en zijn vreeselijke val in een donker ravijn. XVII Pinokkio moet geruimen tijd in die donkere, kelderachtige ruimte blijven en vindt dan iets te drinken..... XVIII Pinokkio ziet een karavaan voorbijtrekken met de hoofden naar beneden en de beenen in de lucht. Hoe verbaasd hij is; dan maakt hij het plan zich bij die menschen aan te sluiten. XIX Pinokkio laat toe, dat een kleine kleuter zijn neus aanraakt en krijgt daarvoor wat te eten en een glaasje anisette, waardoor hij zijn mond wel een beetje voorbijpraat. XX Pinokkio reist met de karavaan mee, en de aanvoerder bewijst hem de uitgezochtste beleefdheden. XXI Pinokkio loopt gevaar verkocht te worden voor één olifantstand en één hoorn van een neushoorn. XXII Pinokkio komt bijna dood van honger en moeheid in een bosch, waar hij vruchten vindt, maar helaas! eetbaar zijn ze niet! Daarop wijst een vogel hem een bijenkorf vol heerlijk zoeten honing. XXIII Pinokkio, bewaakt door een leeuw, loopt nu gevaar van hitte om te komen, maar bij toeval komt er een giraffe, die hem bevrijdt door den leeuw te dooden. Daarop valt Pinokkio, dronken van te veel honing, in een diepen slaap. XXIV Als Pinokkio wakker wordt, staan er een massa wilden om hem heen, die hem daarna op hun schouders naar hun Koning dragen. De marionet doorleeft een angstig kwartier. XXV Apen gooien Pinokkio met steenen, waarop hij bedenkt ze gymnastische oefeningen te laten maken. XXVI Terwijl Pinokkio naar een beschaduwd plekje zoekt, vindt hij een schuilplaats, waar hij in slaap valt en een droom heeft, die dadelijk daarna werkelijkheid wordt. XXVII Snelle ren van Pinokkio dwars de woestijn door, gezeten in de schaal van een struisvogelei, en zijn val in een modderpoel. XXVIII Hevig gevecht tusschen twee struisvogels; maar de eene wordt een zwarte man, die Pinokkio wil pakken. XXIX Pinokkio gaat een bad nemen in een rivier, maar wordt door een grooten krokodil ingeslikt, die hem later op het strand weer uitspuwt. XXX Bij het zien van Pinokkio, die uit den mond van den krokodil vliegt, gelooven de wilden, dat hij een godheid is; eerst beschieten ze hem met vergiftigde pijlen, daarna roepen ze hem tot Keizer uit. XXXI Hoe Pinokkio I, Keizer en Koning aller Afrikaansche vorsten, den eersten nacht doorbrengt. XXXII Keizer Pinokkio I vreest, dat hij ziek is en laat den dokter komen die verklaart, dat hij door en door gezond is. Daarop wordt Zijne Majesteit met boter ingesmeerd en met goudpoeder bestrooid. XXXIII De Eerste Kamerheer kondigt Keizer Pinokkio I aan, dat het aan de keuze van Zijne Majesteit wordt overgelaten of hij het verplichte pak slaag nu wil ontvangen of aan het eind van de maand. XXXIV De bezigheden van Pinokkio I gedurende de eerste dagen van zijn regeering. Officieele ontvangsten en maaltijden. XXXV De eerste keizerlijke redevoering van Pinokkio I, en zijn uitdrukkelijke belofte, in zijn Staten den leerplicht niet te zullen invoeren. XXXVI Mharameho, de lievelingspage van Pinokkio I, onderricht Zijne Majesteit in de kunst, zoo zwart als een raaf te worden. XXXVII Pinokkio gaat, op een os gezeten, ter jacht op een nijlpaard, waarbij hij wonderen van dapperheid verricht en aanzienlijk rijst in de achting van zijn trouwe onderdanen. XXXVIII Keizer Pinokkio is voor de eerste maal Voorzitter van het Hoog Gerechtshof en verbaast alle aanwezigen door de gevatheid van zijn uitspraken. XXXIX Keizer Pinokkio bepaalt, dat hij een groote reis door zijn staten gaat maken; maar eenmaal onderweg komt hij er achter, dat zijn ministers hem willen dooden, en daarom gaat hij op de vlucht. XL De Eerste Kamerheer grijpt Pinokkio en kondigt hem aan, dat zijn rijk uit is. Om voor hen beiden het brood te verdienen dwingt hij hem, in een kooi van boomschors te kruipen. XLI De Eerste Kamerheer stelt Pinokkio op de marktpleinen ten toon en haalt er veel geld en geschenken mee op. XLII Als Pinokkio het luie leven van tafelschuimer moe is, rukt hij in het bijzijn der toeschouwers de kooi aan stukken, springt over hun hoofd heen, rent naar de kust, werpt zich in zee en zwemt naar huis.