Kinderpoëzij(1860)–Nicolaas Antonie van Charante– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 94] [p. 94] Eerlijkheid. ‘Drie om een cent de peren!’ 't Zijn peren heel wat mans, 't Zijn dubble groote jutten: Dat is een buitenkans! 'k Zal zeggen aan mijn moeder, Dat van dit boodschap-geld Ik centen heb verloren, Of zij heeft mis geteld. - ‘Drie om een cent de peren!’ Roept Lijsbet van den Es, ‘Drie om een cent de jutten!’ - Ja! twee maal drie is zes; Twee centen moeten vliegen, Twee centen van het brood: Ik zeg, 't is opgeslagen, Dan loop ik minder nood. De peren zijn zoo lekker! Kom, 'k neem een kort besluit, Ik zal er zes van nemen: [pagina 95] [p. 95] Twee centen maakt niet uit! Maar...., 'k heb nog nooit gestolen, En zoo word ik een dief: - Ik, stelen van mijn moeder? Neen, 'k heb haar veel te lief. - Neen, Lijsbet! 'k neem geen peren, 't Geld komt mijn moeder toe; 'k Ben nog geen dief geworden. Zou 'k stelen van mijn moe? ‘Hier, jongen!’ sprak de koopvrouw, Voor dat hij haar verliet: ‘Hier, neem er voor uw braafheid Een half douzijn voor niet!’ Vorige Volgende