91. Was het Nathanaël wel?
Ik begin te twijfelen, de naam Achitofel komt mij in gedachten, maar jawel, Nathanaël. Ik zocht het op, Johannes i, vers 48. Een mooi arrogante jongen. Als Jezus zegt: ‘Zie, waarlijk, een Israëliet in welke geen bedrog is,’ antwoordt hij niet op versierde toon - dat zou jij doen, en ik ook -: ‘Nou ja, goed, ik heb óók wel es een enkel keertje gelogen’, maar hij laat opgeruimd horen: ‘Hé, hoe wist jij dat?’